Beheersplan Vogelplas Starrevaart
4. Maatregelenplan
In dit hoofdstuk worden het beleid en de doelstellingen uit de beheersvisie
vertaald naar concrete maatregelen. Voor het terreinbeheer is de beheersvisie
uitgewerkt in doeltypen en de bijbehorende beheersregimes. Behalve functionele
uitgangspunten is ook een aantal beheertechnische en financiële uitgangspunten
van belang voor het beheer.
Het algemene uitgangspunt voor het beheer is het duurzaam inhoud geven aan de
beoogde functies tegen een aanvaardbaar kostenniveau.
Concrete uitgangspunten voor totstandkoming van de doeltypen en
beheersregimes zijn:
- Voor de recreatieve functie van een terrein(-onderdeel) worden alleen die
beheers- en onderhoudsmaatregelen toegepast die direct of indirect
noodzakelijk zijn voor dit functioneren.
- De landschappelijke hoofdstructuur (land/water, open/dicht) blijft in
beginsel gehandhaafd.
- Beheersmaatregelen mogen de natuurdoelstelling van het gebied niet in
gevaar brengen. Ingrepen in zone IV, het reservaatsgedeelte zullen niet
plaatsvinden in het broedseizoen.
- Door een gericht beheer moet een toename in diversiteit en/of de aantallen
van waardevolle soorten en/of de recreatieve belevingswaarde ontstaan, tegen
aanvaardbare kosten.
- Door vandalisme, inclusief graffiti, veroorzaakte schade wordt om
navolging te voorkomen zo spoedig mogelijk hersteld of verwijderd.
Concrete uitgangspunten die specifiek voor de Vogelplas Starrevaart gelden
zijn:
- Om te voldoen aan de biotoopeisen van de gewenste vogelsoorten is het
beheer gericht op het behouden van plantensoorten als riet, zegge, bies,
fonteinkruiden en lisdodde.
- Voor de rietvelden in de Vogelplas Starrevaart geldt dat het beheer zal
worden afgestemd op de biotoopeisen van de gewenste vogelsoorten (zie hoofdstuk
3). De floristische waarde van de vegetatie is ondergeschikt aan het
belang van de vegetatie voor de gewenste vogelsoorten.
- Het hierboven genoemde uitgangspunt geldt niet voor het veenmosrietland
aan de noordzijde van de plas. Het beheer van dit rietland zal gericht zijn
op het verkrijgen van een karakteristieke vegetatie voor veenmosrietland.
- Het beheer van de Vogelplas Starrevaart zal gericht zijn op het behoud van
openheid en boomloos houden overeenkomstig het inrichtingsuitgangspunt (zie paragraaf
2.4.1)
4.1.1 Beheerssystematiek
Dit beheersplan is opgebouwd volgens de beheerssystematiek van de GZH.
In bijlage 11 is een
beschrijving van deze systematiek opgenomen.
De volgende terreintypen worden onderscheiden:
- beplanting;
- grasvegetaties;
- infrastructuur;
- water en oevers;
- recreatieve voorzieningen.
In dit hoofdstuk worden de terreintypen beschreven, en vervolgens
onderverdeeld naar verschillende doeltypen. Op kaart
3.1, 3.2, 3.3
en 3.4 zijn de verschillende
doeltypen weergegeven. Onder de subparagrafen 'uitwerking' zijn eerst algemene
richtlijnen opgenomen die voor alle doeltypen binnen het betreffende terreintype
gelden. Daarna zijn de doeltypen afzonderlijk beschreven. Maatregelen die extra
onder aandacht gebracht worden zijn hierbij cursief gedrukt.
Een volledig overzicht van de maatregelen per doeltype is te vinden in de
beheersregimes in bijlage 1. Na de
paragrafen over terreintypen komen de verschillende onderwerpen aan bod die niet
in doeltypen te verwoorden zijn.
Onder beplantingen worden alle houtige gewassen en terreinen met houtige
gewassen verstaan. De beplanting in de Vogelplas Starrevaart bestaat uit
beplanting van solitairen nabij het steunpunt aan de Oostvlietweg, de
meidoornhaag langs de Oostvlietweg en een aantal knotwilgen. De beplanting zal,
overeenkomstig het ontwerpuitgangspunt (boomloos en open gebied) zoveel mogelijk
beperkt blijven tot de drie genoemde beplantingselementen.
4.2.1 Functies
De beplantingen vervullen een afschermende, recreatieve en landschappelijke
functie.
4.2.2 Doeltypen
Voor de Vogelplas Starrevaart worden de volgende twee doeltypen beplanting
onderscheiden:
- solitairen
- afschermende beplanting
4.2.3 Uitwerking
Algemene richtlijnen
Herplant
Voor de beplantingen in de Vogelplas Starrevaart geldt dat eventuele uitval
herplant zal worden. Herplant zal indien mogelijk plaatsvinden met inheems
plantmateriaal van Nederlandse herkomst en bij voorkeur streekeigen.
Bemesting en gebruik van bestrijdingsmiddelen
Bemesting en het gebruik van bestrijdingsmiddelen zullen in de Vogelplas
Starrevaart niet worden toegepast.
Bestrijding van ziekten en plagen
Ten aanzien van ziekten en plagen geldt het uitgangspunt dat de natuur zichzelf
herstelt. Indien er een situatie ontstaat die een structurele bedreiging vormt
voor het realiseren van de doelstellingen van de Vogelplas Starrevaart zal
bekeken worden of van dit uitgangspunt moet worden afgeweken.
Doeltypen
Het eindbeeld van de solitairen aan de zijde van de Oostvlietweg bestaat
uit een groep bomen met een natuurlijke vormgroei. De wilgen die langs de
schermen bij de observatiehut staan hebben als eindbeeld de verschijningsvorm
van knotboom evenals de wilgen langs de Oostvlietweg.
De solitairen kunnen vrij uitgroeien tot hun natuurlijke
verschijningsvorm. De knotwilgen zullen buiten de broedtijd eens in de 4 à 5
jaar geknot worden.
Het eindbeeld van de afschermende beplanting bestaat uit een gesloten,
geschoren meidoornhaag. Deze haag is uit cultuurhistorisch oogpunt waardevol
en diende vroeger als veekering langs de dijk.
De haag langs de Oostvlietweg zal buiten de broedtijd 2 maal per jaar
geschoren worden.
Onder gras- en ruigtevegetaties worden alle niet houtige gewassen verstaan.
4.3.1 Functies
Het grasland heeft de volgende functies:
Recreatie : visuele afwisseling, plukweides, picknickweide;
Landschap : ruimtescheppend;
Natuur : soortenrijke grasvegetatie t.g.v. maaien/afvoeren/begrazen,
Bodembescherming : draagkracht onderhoudspaden/kaden, tegengaan afspoeling
taluds, bermen.
4.3.2 Doeltypen
De doeltypen die in de Vogelplas Starrevaart onderscheiden worden zijn:
- soortenrijke gras- en kruidenvegetaties
- droge rietvegetaties
(het doeltype natte rietvegetatie wordt behandeld bij paragraaf
4.5 water en oevers)
4.3.3 Uitwerking
Algemene richtlijnen
Afvoer van maaisel
Het vrijgekomen maaisel in de Vogelplas Starrevaart zal worden afgevoerd.
Doeltypen
- Soortenrijke gras-en kruidenvegetaties
De kaden van de Vogelplas Starrevaart worden gerekend tot het doeltype
soortenrijke gras- en kruidenvegetaties. Goed ontwikkelde soortenrijke gras en
kruidenvegetaties hebben een hoge visuele en ecologische waarde. Voor de kade
langs de Kniplaan zal een maaibeheer worden toegepast gericht op het
verkrijgen van een bloemrijk hooiland. Voor de zandrug aan de Vlietzijde van
het gebied zal het beheer gericht zijn op het verkrijgen van een
veenmosrietlandvegetatie. Voor de overige kaden en aangrenzende percelen is
het beheer afgestemd op het verkrijgen van een dichte en stevige zode.
Het beheer van de kade langs de Kniplaan en de kade naar het
vogelobservatiescherm zal bestaan uit het 2 maal per jaar maaien en afvoeren.
De zandrug zal een maal per jaar gemaaid worden met licht materieel (een
éénassige trekker met vingerbalk). Maaiwerkzaamheden zullen buiten de
broedtijd (na half juli) plaatsvinden.
De overige kaden en aangrenzende percelen zullen beweid worden met schapen.
Beweiding met schapen heeft de voorkeur boven het beheer van maaien en
afvoeren omdat hierdoor een dichte zode verkregen wordt. In tegenstelling tot
grotere grazers lopen schapen de kade niet stuk.
Indien akkerdistels overlast veroorzaken voor derden of het ontstaan van
een dichte zode in gevaar brengen zullen deze bestreden worden door eenmaal in
de maand juni pleksgewijs mechanische bestrijding uit te voeren en eenmaal per
jaar in de maand augustus of september de kade indien nodig pleksgewijs te
maaien. Indien nodig kunnen maaiwerkzaamheden op de kaden ten behoeve van
distelbestrijding ook in het broedseizoen worden uitgevoerd.
Het natuurpad boven op de kade zal extra gemaaid worden.
Hierop wordt in de paragraaf infrastructuur
terug gekomen.
De droge rietvelden van de Vogelplas Starrevaart worden gerekend tot het
doeltype droge rietvegetaties. De droge rietvelden dienen gemiddeld voor
tweederde uit overjarig riet te bestaan. Verruiging van het riet met opslag en
distels zal zoveel mogelijk moeten worden tegengegaan om instandhouding van de
rietvegetatie te waarborgen. Dit wordt bereikt door een maaicyclus van 1 x per
drie jaar aan te houden.
Het beheer van de droge rietvelden is afgestemd op de doelsoorten uit de
natuurdoelstelling. Het beheer zal niet gericht zijn op het verkrijgen van
bijzondere vegetaties.
De droge rietvelden worden 1 x per 3 jaar gemaaid waarbij het maaisel
wordt afgevoerd. Jaarlijks wordt zo eenderde van de totale oppervlakte
gemaaid, zodat steeds voldoende overjarig riet beschikbaar is voor de fauna
die hiervan afhankelijk is. Droge rietvegetaties worden steeds in de
winterperiode gemaaid bij voorkeur als de grond bevroren is. De maaibeurt van
het droge rietveld zal echter ook moeten plaatsvinden indien er geen
duidelijke vorstperiode optreedt. Als op 15 februari geen tekenen van vorst
aanwezig zijn zal voor 15 maart het riet gemaaid worden met licht materieel
(een éénassige trekker met vingerbalk).
Het maaien van het droge rietveld zal plaatsvinden volgens het basisschema dat
is weergegeven op kaart 5.
De hoeveelheid opslag zal jaarlijks geïnventariseerd worden en na de
broedtijd mechanisch te worden tegengegaan. De opslag zal in de maand augustus
verwijderd worden (de sapstroom is dan namelijk nog volop in gang).
Onder infrastructuur worden alle 'droge' werken verstaan die tot doel hebben
het gebied te ontsluiten. Alle zaken die bij een goed functionerende ontsluiting
horen, zoals bruggen en duikers en het zogenaamde wegmeubilair, vallen onder dit
terreintype.
4.4.1 Doeltypen
In de Vogelplas Starrevaart worden de volgende doeltypen onderscheiden:
- voetpaden
- natuurpaden
- verblijfsverharding
- bruggen
- duikers
- wegmeubilair
4.4.2 Uitwerking
Algemene richtlijnen
Verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid
De verantwoordelijkheid voor de onverharde en halfverharde paden ligt bij de
provincie Zuid-Holland.
Begaanbaarheid
De halfverharde paden en bruggen dienen goed begaanbaar te zijn. Begaanbaarheid
van het natuurpad dient gedurende het hele jaar te worden nagestreefd.
Onkruidbestrijding
Chemische onkruidbestrijding zal in de Vogelplas Starrevaart niet plaatsvinden.
Voetpaden
In de Vogelplas Starrevaart valt alleen het schelpenpad naar de observatiehut
onder het doeltype voetpad. Er dient naar gestreefd te worden dat dit pad onder
alle omstandigheden goed begaanbaar is.
Jaarlijks vindt controle plaats op verzakking. Indien nodig worden gaten
uitgevuld en vindt er onkruidbestrijding plaats.
Natuurpaden
De natuurpaden zijn onverharde of halfverharde paden die vooral worden gebruikt
door recreanten die rust zoeken en van de natuur willen genieten. Deze paden
dienen een avontuurlijk karakter te hebben. Wanneer door wateroverlast
modderplekken (dreigen te) ontstaan, zal bezien moeten worden in hoeverre extra
maatregelen noodzakelijk zijn.
Het onverharde natuurpad op de grasvegetatie van de kade kan door
periodiek maaien en bezanden in stand gehouden worden. Het onderhoud van dit
onverharde natuurpad zal vooralsnog beperkt blijven tot een halfintensief
maaibeheer (7 x per jaar maaien). Om de draagkracht te vergroten worden de paden
bezand.
Verblijfsverharding
Onder verblijfsverharding wordt verstaan de halfverharding (kleischelpen) die
rond de picknickplaatsen aanwezig is. Voor de verblijfsverharding geldt
hetzelfde als voor het halfverharde voetpad.
Bruggen
De bruggen dienen vanwege de veiligheid voor recreanten ten alle tijden in goede
staat te verkeren.
Het beheer van de bruggen bestaat uit schilderen, beitsen of oliën indien
hiervoor aanleiding bestaat. Als er gladheid optreedt door algvorming, dient dit
op een milieuvriendelijke wijze te worden bestreden. Algvorming op de
brugleuningen dient voorkomen te worden. Slechte en daardoor gevaarlijke
onderdelen moeten worden vervangen.
Duikers
Duikers die de verschillende watergangen met elkaar verbinden, dienen een goede
doorstroming te garanderen. Ze dienen in een goede staat te verkeren.
Duikers worden bij het schonen van de sloot ontdaan van vuil bij de
kopeinden. Als verzakking van een duiker optreedt, moet dit bij stagnerende
afvoer hersteld worden. Het beheer van het in- en uitlaatsysteem van de plas
bestaat uit regelmatige controle en verwijdering van drijfvuil.
Wegmeubilair
In de Vogelplas Starrevaart bestaat het wegmeubilair uit de aanwezige bebording.
De verkeersbebording wordt jaarlijks geïnspecteerd, schoongemaakt en
indien nodig gerepareerd. Indien nodig zal dit vaker gebeuren. Het schoonmaken
en repareren vindt direct plaats na de inspectie op schade en aanwezigheid van
de borden. Het meubilair wordt meerdere keren per jaar uitgemaaid, zodat er een
goed zicht op mogelijk blijft.
Onder water wordt hier het oppervlaktewater en het af te voeren grondwater
verstaan. Oevers zijn de contactplaatsen tussen land en oppervlaktewater en de
natte rietvelden.
4.5.1 Functies
De doeltypen binnen water en oevers kunnen een vijftal functies vervullen:
Natuur : leefgebied voor flora en fauna;
Landschap : beeld/sfeerbepalend en cultuurhistorisch;
Recreatie : natuurbeleving;
Waterhuishouding : af- en aanvoer van water, waterberging en vochtvoorziening;
Oeververdeding : vastleggen van oevers, golfbreking.
Bij het bepalen van de doeltypen is rekening gehouden met het feit dat in een
en hetzelfde water meerdere functies voorkomen.
4.5.2 Doeltypen
De doeltypen die in de Vogelplas Starrevaart onderscheiden worden, zijn:
- secundaire watergang
- overige sloten
- natuurbelevingplas
- natuurlijke oever
- waterinlaat
- overstortkist
4.5.3 Uitwerking
Algemene richtlijnen
Peilbeheer
Het waterpeil in de Vogelplas Starrevaart dient in het voorjaar hoog te zijn en
in het najaar laag. Bij het ontwerpen van het inrichtingsplan zijn de volgende
streefpeilen vastgesteld: het hoogste peil bedraagt 3.30m - N.A.P. in het
voorjaar (rond 1 april). Het laagste peil is op 3.70m - N.A.P. gesteld. Daardoor
komt de slikplaat in september plas/dras te staan. Deze situatie is
aantrekkelijk voor in de herfst passerende steltlopers en daarmee ook voor de
vogelaars en recreanten die de vogelhut bezoeken. Hierdoor wordt niet alleen zo
goed mogelijk aangesloten bij de wensen van de gewenste vogelsoorten, maar
bovendien wordt door dit peilbeheer de kans op verlanding of botulisme en
verruiging van de droge rietvelden verkleind. In bijlage
8 is het gewenste peilverloop weergegeven.
Een dergelijk peilverloop is in beginsel met behulp van het neerslagoverschot
in het winterhalfjaar en een verdampingsoverschot in het zomerhalfjaar te
realiseren. Om optimaal gebruik te maken van deze situatie zal de regelbare
overstort van de Vogelplas Starrevaart op gezette tijden verhoogd dan wel
verlaagd moeten worden. Hierbij zal rekening worden gehouden met de beperkte
overstortcapaciteit. In bijlage 8 is een stapsgewijze beschrijving van het peilbeheer door het jaar heen
weergegeven.
De hoge waterstand in het winterhalfjaar maken het gebied zeer aantrekkelijk
voor veel eendsoorten, zwanen, futen en bleshoenders als broedbiotoop. Een
lagere waterstand in de zomer en het najaar (juni-oktober) is zeer aantrekkelijk
voor veel soorten steltlopers omdat de ondiepe slikplaat dan voor hen bereikbaar
wordt. Bij deze lage waterstanden is de kans op het optreden van verruiging,
verlanding en botulisme (in de warme maanden) echter groot. Om deze reden is er
voor gekozen de plas zijn laagste peil pas te laten bereiken tegen het einde van
de maand augustus.
Gebiedsvreemd water
In principe zal er zo min mogelijk gebiedsvreemd water worden ingelaten. Indien
er omstandigheden zijn die het inlaten van water noodzaken kan er water uit
Vlietland worden ingelaten. Het inlaten van water kan gewenst zijn als het
waterpeil als gevolg van een droge zomer lager is (of dreigt te worden) dan voor
die periode wenselijk is. Als er botulisme heerst of dreigt kan het inlaten
noodzakelijk zijn. Het vasthouden van het gewenste peil voor die periode van het
jaar is dan ondergeschikt aan het belang van botulismebestrijding.
Bij het inlaten van gebiedsvreemd water van de Vogelplas Starrevaart zullen
de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
- Er wordt naar gestreefd de waterstand jaarlijks zoveel mogelijk zijn
'natuurlijk verloop' te laten houden.
- Er dient zo min mogelijk gebiedsvreemd water te worden ingelaten.
- Het inlaten van water kan alleen plaatsvinden ter bestrijding van
botulisme of ter vermindering van de kans dat botulisme optreedt.
- Indien deze situatie zich voordoet zal telkens de waterkwaliteit bekend
moeten zijn en moeten worden afgewogen of het middel niet erger is dan de
kwaal.
Het besluit tot een afwijkend peilbeheer, waaronder het inlaten en/of in
werking zetten van de overstort, wordt genomen door de Beheerscommissie in
overleg met de beheerder. Omdat de noodzaak tot een afwijkend peilbeheer
plotseling en vaak in de zomervakantie kan ontstaan, zal een lid van de
Beheerscommissie namens de Beheerscommissie kunnen optreden. Van tevoren wordt
vastgesteld tot welk peil water wordt ingelaten. De beheerder zorgt ervoor dat
de inlaat op het juiste moment wordt geopend en gesloten.
Waterkwaliteitsmonitoring
De kwaliteit van het oppervlaktewater in de Vogelplas Starrevaart is van groot
belang voor het functioneren van het ecosysteem. Zo heeft de waterkwaliteit
invloed op de samenstelling en dichtheid van de vegetatie en de aquatische
fauna. Deze factoren bepalen in belangrijke mate het voorkomen van de
vogelsoorten in het gebied.
Om een goede waterkwaliteit in de Vogelplas Starrevaart te kunnen handhaven
dient regelmatig de waterkwaliteit te worden gecontroleerd. Ook de
waterkwaliteit van het water in Vlietland moet maandelijks worden gemeten. Op
basis van deze gegevens kan beoordeeld worden of het inlaten van gebiedsvreemd
water mogelijk is. Het monitoren van de waterkwaliteit in de Vogelplas
Starrevaart is een verantwoordelijkheid van de Beheerscommissie en wordt thans
gedaan door Milieubiologie Leiden.
Rietmaaisel
Riet- en ruigtemaaisel wordt afgevoerd om verlanding van het natte rietveld
tegen te gaan.
Ziekten en plagen
Botulisme vormt een actuele bedreiging voor de watervogels in de Vogelplas
Starrevaart. Vooral in droge en warme zomers is de sterfte onder vogels groot.
Optimale waterhuishouding, zoals omschreven onder het kopje peilbeheer en
uitgewerkt in bijlage 8,
moet de kans op het optreden van botulisme zo klein mogelijk houden. In paragraaf
4.7.4 worden de maatregelen die genomen moeten worden ter bestrijding van
botulisme, besproken.
Schouwplicht
De schouwplicht geldt in de Vogelplas Starrevaart alleen voor de buitenste
ringsloot.
Visserij
Vissen in de Vogelplas Starrevaart is ongewenst tenzij dit in het kader van het
beheer noodzakelijk is.
Doeltypen
De secundaire watergangen fungeren in hoofdzaak als water aan- en
waterafvoer naar hoofdwatergangen. Voor deze wateren geldt de schouwplicht.
De secundaire watergangen worden 1 maal per jaar geschoond. Baggeren
gebeurt 1 maal per 10 jaar. Uit ecologische overwegingen wordt hierbij
jaarlijks een tiende deel van de totale lengte aan baggerwerk uitgevoerd.
De ringsloot behoort tot het doeltype overige sloten. De ringsloot vervult
een functie in de gebiedsinterne waterhuishouding en zorgt ervoor dat mensen
het gebied niet inlopen. Op deze ringsloot berust geen schouwplicht. De kreken
gelegen in het natte rietveld zijn onder meer van belang voor de doorstroming
van het in deze rietvelden aanwezige water.
De ringsloot wordt 1 maal per 2 jaar geschoond, waarbij jaarlijks de
helft van de totale lengte wordt uitgevoerd. Baggeren gebeurt 1 maal per 10
jaar. Uit ecologische overwegingen wordt hierbij jaarlijks een tiende van het
totale baggerwerk uitgevoerd. De kreken zullen eens in de 10 tot 15 jaar
gebaggerd worden om de circulatie van het ondiepe water te bevorderen.
De centrale plas van de Vogelplas Starrevaart valt onder het doeltype
natuurbelevingplas. De voornaamste functie van de plas is de ecologische
functie waarbij de doelsoorten centraal staan. Daarnaast vormt natuurbeleving
(recreatieve functie) een belangrijke functie.
Over de visstand in de Vogelplas zijn nog geen gegevens
voorhanden. Het snoek-ruisvoorntype geldt voorlopig als na te streven doel.
In de toekomst zal moeten blijken of een dergelijk watertype voor de
Vogelplas Starrevaart haalbaar is.
De natte rietvelden en de oevers op de overgang van de plas naar het droge
rietveld worden gerekend tot het doeltype natuurlijke oever. Deze rietvelden
vervullen naast een functie van oeververdediging een ecologische functie en
daarmee tevens een natuurbelevingfunctie. Het beheer van de natte rietvelden
is afgestemd op de doelsoorten uit de natuurdoelstelling. Het beheer zal niet
gericht zijn op het verkrijgen van bijzondere vegetaties.
Het natte rietveld zal gemiddeld eens in de 5 jaar gemaaid worden. Het
maaien zal plaatsvinden tijdens perioden van ijsgang. Per maaibeurt zal een
vijfde van het totale oppervlak gemaaid worden. Dit betekent dat in een
periode van 5 winters in 2 winters niet gemaaid wordt. Hierdoor varieert de
aanwezigheid van overjarig riet van ca. tweederde van het totale oppervlak aan
nat rietveld in de 3 jaren dat er gemaaid is, en 100 % overjarig riet in de 2
jaren dat er niet is gemaaid.
Het maaien zal plaatsvinden volgens het basisschema dat is weergegeven
in kaart 5. Doordat over een periode van
5 jaar 3 maal gemaaid moet worden is er speelruimte van 2 jaar aanwezig.
Indien er volgens het basisschema van kaart
5 niet gemaaid hoeft te worden kan, bij het optreden van ijsgang,
overwogen worden de vakken die voor de volgende winter gepland staan, alvast
te maaien. De ontwikkeling van het rietveld bepaalt of het 1 jaar eerder
maaien wenselijker is dan het risico dat in de geplande winter niet gemaaid
kan worden (en mogelijk de daaropvolgende winter ook niet). In de
evaluatievergadering voorafgaand aan een winter waarin, volgens het
basisschema van kaart 5, niet gemaaid
hoeft te worden, wordt op basis van veldwaarnemingen besloten of al dan niet
gebruik gemaakt zal worden van een mogelijke vorstperiode. Om de cyclus van 5
jaar niet meer te verkorten dan met een jaar zal een geplande maaibeurt
hooguit een jaar naar voren gehaald worden.
In de wintermaanden (december-februari) zal de verstoring door
maaiwerkzaamheden gering zijn. Maaiwerkzaamheden mogen in geen geval tijdens
het broedseizoen plaatsvinden.
De oevers aan de noordzijde van de plas en de oeververdediging van de
slikplaat zullen jaarlijks op aantasting door golfslag worden gecontroleerd.
Eventuele herstelwerkzaamheden kunnen het beste in augustus/september worden
uitgevoerd; niet alleen is de oeververdediging dan goed bereikbaar, maar
bovendien wordt de verdediging dan gerepareerd vlak voor de najaarsstormen. Na
perioden van langdurige harde wind zullen de oevers 'op de wind' gecontroleerd
worden. Ook controle op de aanwezigheid van ondergravingactiviteiten door
Muskusratten en de daaropvolgende bestrijding van deze soort zal worden
uitgevoerd. Beide taken zijn een verantwoordelijkheid van de provincie
Zuid-Holland.
Ten behoeve van het peilbeheer is een inlaat aanwezig aan de zijde van de
Kniplaan. Met behulp van deze inlaat kan water uit de Meeslouwerpolder worden
ingelaten.
De waterinlaatbuizen worden bij het schonen van de buitenste ringsloot
ontdaan van vuil bij de kopeinden. Als verzakking van een van de buizen
optreedt, moet dit bij stagnerende afvoer hersteld worden.
Ten behoeve van het verlagen van het waterpeil is een overstort aanwezig.
De overstort kan trapsgewijs verlaagd worden tot NAP - 3.70m.
De overstort zal jaarlijks worden schoongemaakt van vuil en vegetatie.
Indien nodig zal dit ook gebeuren zodra de overstort in werking moet worden
gesteld.
Recreatieve voorzieningen zijn elementen die aangelegd zijn om bepaalde
vormen van recreatie te stimuleren of als voorwaarde om bepaalde vormen van
recreatie mogelijk te maken.
4.6.1 Doeltypen
De recreatieve voorzieningen in de Vogelplas Starrevaart vallen onder het
doeltype terreinmeubilair.
4.6.2 Uitwerking
Algemene richtlijnen
Onderhoud
In het algemeen geldt dat recreanten deze voorzieningen optimaal gebruiken
(kunnen gebruiken) als ze in een goede staat verkeren. Ongeacht de zone waarin
de voorzieningen zich bevinden dienen zij in een goede staat te verkeren.
Voorzieningen die in een slechte staat verkeren, lokken vandalisme uit en
vervuiling van het terrein. Bij vernieling van voorzieningen dient zo snel
mogelijk reparatie of vervanging plaats te vinden. Indien een element regelmatig
wordt vernield, niet of nauwelijks wordt gebruikt, dan moet herplaatsing of
verwijdering overwogen worden.
De voorzieningen die zich op grasvegetaties bevinden worden jaarlijks 7 maal
uitgemaaid.
Doeltypen
Het terreinmeubilair bestaat onder meer uit: banken en picknicksets, de
observatiehut, afvalbakken en informatieborden.
Het beheer van het terreinmeubilair bestaat uit regelmatige controles op
functioneren en veiligheid, verwijderen van graffiti, en zonodig repareren of
vervangen.
Voor het faunabeheer in de Vogelplas heeft de Beheerscommissie een aparte
nota opgesteld. Deze nota is opgenomen als bijlage
10 van dit beheersplan.
4.7.1 Jacht
In de Vogelplas Starrevaart is jacht ongewenst, tenzij onomstotelijk
vaststaat dat schade in de omgeving of het gebied zelf alleen in de Vogelplas
Starrevaart bestreden kan worden (het zogenaamde 'nee, tenzij...'-uitgangspunt).
Het vaststellen van de noodzaak is ter beoordeling van de beheerder dan wel het
bevoegd gezag (provincie Zuid-Holland). De Beheerscommissie vervult hierbij een
adviserende rol.
4.7.2 Visserij
Het bevissen van de plas door sportvissers is in strijd met de doelstelling
en daarom ongewenst. Tijdelijke bevissing is mogelijk als dit in het belang is
van de visstand (b.v. ter voorkoming van verbraseming) of voor monitoring.
Bij exoten kan gedacht worden aan siereenden, Nijlgans, Canadagans en
verwilderde 'boerenganzen'. Bestrijding zal alleen plaatsvinden indien er
overlast plaatsvindt. De beslissing over bestrijding zal in overleg tussen de
beheerder en de Beheerscommissie plaatsvinden.
Algemeen
Botulisme vormt voor de natuurdoelstelling van de Vogelplas Starrevaart een
ernstige bedreiging. Door het relatief grote oppervlak ondiep water kan de
watertemperatuur in de zomer snel toenemen wat de kans op het optreden van
botulisme vergroot. Het effect van botulisme op de omvang van de populatie van
verschillende doelsoorten kan aanzienlijk zijn.
Voor een gebied als de Vogelplas Starrevaart met een specifieke
natuurdoelstelling is een intensieve monitoring en een gericht ingrijpen
noodzakelijk. Ter uitvoering van deze maatregelen zal rekening gehouden worden
met een personele inzet van de GZH van 64 uur
per jaar. Uitgegaan is van 2 personen die per jaar gemiddeld vier volledige
werkdagen besteden aan de bestrijding van botulisme. Ten tijde van een extreem
langdurig warme periode waarbij de ingecalculeerde bezetting onvoldoende is voor
een goede bestrijding, zal een beroep gedaan worden op vrijwilligers.
Hieronder worden de maatregelen weergegeven die zullen worden uitgevoerd.
Daarnaast zal het in bijlage 8
omschreven peilbeheer stringent worden uitgevoerd waardoor de kans op het
optreden van botulisme beperkt kan worden.
Communicatie en actieplan
Tijdens de vergadering in de periode april/mei zal een inventarisatie gehouden
worden om na te gaan welke vrijwilligers beschikbaar zijn. De lijst met
telefoonnummers zal in het GZH-steunpunt
Oostvlietweg worden opgehangen naast de telefoon en in het bezit zijn van de
persoon/personen die de monitoring uitvoert/uitvoeren. Op de lijst staan de
telefoonnummers van:
- de beheerder - (opzichter Vogelplas Starrevaart)
- andere instanties betrokken bij botulisme (depot gemeente Leidschendam)
- secretariaat en (plaatsvervangende) leden Beheerscommissie
- vrijwilligers voor bestrijding beheer/bestrijding
Indien een ander dan de beheerder botulisme constateert, belt deze als eerste
de beheerder. Zo snel als mogelijk worden de overige instanties en het
secretariaat ingelicht. De beheerder is verantwoordelijk voor de coördinatie
van vervolgacties gedurende de periode dat botulisme heerst.
Monitoring botulismegevaar
In de periode juli tot en met augustus zal er door de Beheerscommissie minimaal
1 keer per week een ronde gemaakt worden door het gebied. Tijdens deze ronde
zullen de volgende acties worden uitgevoerd:
- meten van het waterpeil bij de overstort
- meten van de watertemparatuur op de volgende twee plaatsen in de grote
plas:
1. vogelobservatiehut;
2. vogelobservatiescherm;
- meten van de watertemparatuur op de volgende vier plaatsen in de
ringsloot:
1. bij de vogelobservatiehut zuidelijk van het voetpad;
2. noordelijk van de slikplaat ter hoogte van de grens nat/droog rietveld;
3. langs de Kniplaan in de bocht van de sloot nabij het informatiepaneel;
4. nabij het terrein van Staatsbosbeheer ter hoogte van het
informatiepaneel.
Op de meetpunten dient zowel gemeten te worden in diep als in ondiep water.
Op kaart 5 is aangegeven waar gemeten
dient te worden.
- controleren of er botulismeslachtoffers zijn waar te nemen (indien
mogelijk zullen deze direct verwijderd worden).
- resultaten opnemen in het logboek.
Wijze van bestrijding
De beheerder is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de botulismebestrijding.
Indien er botulisme wordt vastgesteld, zal zo snel mogelijk worden ingegrepen.
Per week zal een zoekactie naar botulismeslachtoffers worden uitgevoerd. Tijdens
de zoekactie wordt een ronde gemaakt met de kayak. De ondiepe delen zullen goed
worden afgezocht naar slachtoffers. Bij een lage waterstand zal het noodzakelijk
zijn de ondiepe delen lopend en wadend af te zoeken. Het lopen of waden dient
met grote voorzichtigheid te gebeuren. Op plaatsen waar vroeger sloten hebben
gelegen bestaat het gevaar voor wegzakken. Bij een wat hogere waterstand kan
mogelijk een groot deel vanuit de kayak worden afgezocht. Met name de slikplaat
en het natte rietveld aan de zijde van de Kniplaan zijn plaatsen waar de eerste
slachtoffers te verwachten zijn. De beheerder draagt zorg voor het afvoeren van
de slachtoffers naar het gemeentelijke depot.
Perioden van langdurige warmte
Tijdens langdurige warme perioden bestaat de kans dat de reguliere personele
inzet ten behoeve van botulismebestrijding (64 manuren) ontoereikend is voor het
onder controle houden van botulisme. In een dergelijke situatie kan een beroep
gedaan worden op vrijwilligers. De beheerder benadert de vrijwilligers voor een
afspraak om gezamenlijk slachtoffers op te ruimen. Met hen zal worden
afgesproken op welk moment gezamenlijk tot actie wordt overgegaan.
Beschikbaar materiaal
Voor het uitvoeren bovenstaande acties hebben de beheerder en de vrijwilligers
de beschikking over het volgende materieel:
- thermometer
- kayak + karretje
- twee rieken voor scheppen van vogels
- tonnen en vuilniszakken voor afvoer van vogels
- handschoenen
- waadpak
Evaluatie
De jaarlijks evaluatievergadering (september/oktober) zal gebruikt worden om de
botulismebestrijding te evalueren en het communicatie- en actieplan
botulismebestrijding eventueel aan te passen.
De controle op de naleving van de geldende regels wordt gedaan door:
- toezichthouders van de Groenservice Zuid-Holland;
- agenten van het politiebureau Leidschendam van politieregio Haaglanden;
- opsporingsambtenaar van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Voor het goed kunnen uitoefenen van hun functie hebben de toezichthouders van
de GZH de beschikking over dienstauto's,
fietsen en de nodige communicatieapparatuur voor verbinding met het hoofdkantoor
van de GZH en het politiekorps in de regio.
Vanwege de herkenbaarheid naar het publiek toe dragen de toezichthouders groene
uniformen.
Tweemaal per jaar vindt er een evaluatie en afstemming van het gevoerde/te
voeren beleid plaats met de hierboven genoemde politie. Aandachtspunt bij het
toezicht is het probleem van vandalisme. Vernieling en graffiti doen zich vooral
voor in en om de vogelobservatiehut.
4.9.1 Voorlichting en educatie
Bij de bezoekers die naar de Vogelplas Starrevaart komen, bestaat een
duidelijke behoefte aan informatie over het gebied en de aanwezige natuur- en
landschapswaarden. Deze behoefte bestaat vooral bij bezoekers die interesse voor
natuur hebben en weinig tot gemiddelde kennis van natuur bezitten. Voor de
Vogelplas Starrevaart zijn informatiepanelen, folders en persberichten goede
communicatiemiddelen.
Drie informatiepanelen zijn na de aanleg van de Vogelplas geplaatst. Het
uitbreiden van het aantal informatiepanelen is een van de actiepunten die voor
de Vogelplas Starrevaart gelden. Andere maatregelen op het gebied van
voorlichting zijn het maken van een informatiefolder en een verslag over de
Vogelplas Starrevaart met informatie over de ontstaansgeschiedenis en de
ontwikkeling van de natuur- en landschapwaarden van het gebied. Ook via
persberichten in lokale en regionale kranten vindt voorlichting plaats. Een
voorbeeld hiervan is een persbericht over het broedseizoen. Alle bovengenoemde
acties zijn een verantwoordelijkheid van de Beheerscommissie.
De in paragraaf 2.11 genoemde
site van de Vogelwerkroep Vlietland vormt een belangrijke bron van informatie
voor vogelliefhebbers. Naast informatie over vogels is ook meer algemene
informatie aanwezig over de Vogelplas Starrevaart. De site wordt beheerd door
Sjaak Schilperoort (site adres: http://www.xs4all.nl/~sjaak/vwgvl).
De Vogelplas Starrevaart kan mogelijk een rol vervullen voor natuur- en
milieueducatie- activiteiten door derden. De Beheerscommissie zal onderzoeken
welke behoefte er in de regio bestaat voor wat betreft natuur- en
milieueducatieactiviteiten.
4.9.2 Marketing en promotie
Promotie kan plaatsvinden via de lokale en regionale pers en via
natuurtijdschriften en natuurprogramma's. Ook de recreatiebus van de GZH
is een belangrijk middel in het promoten van de Vogelplas Starrevaart.
Het opstellen van persberichten is een taak van de Beheerscommissie of leden
van de Beheerscommissie. Promotie van de Vogelplas Starrevaart via de
recreatiebus wordt verzorgd door de GZH.
Een recreantenonderzoek is een belangrijk instrument binnen een
marketingproces voor een gebied als de Vogelplas Starrevaart. Door middel van
dit onderzoek kan inzicht verkregen worden in de omvang, samenstelling en
herkomst van het huidige bezoek en de waardering die men heeft voor de geboden
voorzieningen. Op basis van deze informatie is het mogelijk om gericht
doelgroepen te gaan benaderen en in te gaan op eventuele wensen van de doelgroep
voor zover deze niet strijdig zijn met de doelstellingen.
4.9.3 Public relations
Op verschillende manieren kan aan P.R. gestalte worden gegeven. Persberichten
in lokale en regionale kranten kunnen een bijdrage leveren. Het uitnodigen van
bijvoorbeeld Statenleden en de verantwoordelijke gedeputeerde en mensen uit de
lokale politiek kan in het kader van P.R. plaatsvinden. De Beheersommissie zal
zorgdragen voor verschillende P.R. activiteiten.
De actiepuntenlijst bestaat uit verschillende maatregelen, voorstellen en
besluiten die in de voorafgaande tekst genoemd staan en niet onder het reguliere
onderhoud vallen. Deze zijn dus niet terug te vinden in het
beheersregimesoverzicht of het maatregelenplan. Voor de kosten die uitvoering
van deze actiepunten met zich mee brengen zal veelal aanvullende financiering
moeten worden gevonden.
- Onderzoek naar de behoefte aan een ontvangstruimte (1999);
- Plaatsen van informatiepanelen op verschillende plaatsen langs het
natuurpad op de kade rondom de plas (1999, kosten ƒ 39.000);
- Aanleg van een slikplaat nabij de observatiehut ter bevordering van de
vogelwaarnemingen van bezoekers (2000);
- Uitvoeren van een visstandonderzoek (2000);
- Opstellen van een informatief verslag over de Vogelplas Starrevaart
(2001);
- Ontwikkelen van de Vogelplas Starrevaart tot een recreatief knooppunt in
combinatie met recreatiegebied Vlietland.
In deze paragraaf wordt beschreven hoe tot de kostenoverzichten is gekomen
die in de tabel in bijlage 11 te
vinden zijn. Deze overzichten vormen een samenvatting van de meerjarenbegroting
uit het beheersprogramma.
Kosten voortvloeiend uit dit beheersplan zijn onder te verdelen in kosten
voor beheersactiviteiten (zoals toezicht), onderhoudskosten (regulier en groot
onderhoud) en kapitaalsinvesteringen (vervangingsinvesteringen en
herinrichtingskosten). Vervangingsinvesteringen, zoals het vervangen van
bruggen, maar ook het baggeren van de waterpartij, zijn achterwege gelaten
vanwege de vaak grote kosten die hiermee gemoeid zijn. Bovendien is het niet
mogelijk het moment van deze maatregelen te bepalen. Vanwege het eenmalige
karakter en de onbekendheid van de omvang zijn ook de kosten van herinrichtingen
niet bepaald. Ook grootonderhoudsmaatregelen als het afgraven van de natte
rietvelden zijn om deze reden niet opgenomen. Bovendien is het niet mogelijk het
moment van deze maatregelen te bepalen. In deze paragraaf worden met kosten
alleen de onderhoudskosten bedoeld.
De kosten zijn berekend voor de uitvoering van maatregelen in het reguliere
en groot onderhoud, zoals deze in voorgaande hoofdstukken staan beschreven. Het
betreft hier de maatregelen voor de terreintypen beplantingen, grasvegetaties,
infrastructuur, water en oevers en recreatieve voorzieningen.
In deze kosten zijn alle kosten gevat waaronder materiaal, personeelskosten van
uitvoerend personeel, opzichter en projectleider, administratieve ondersteuning
en de steunpunten in de deelgebieden. Het betreft hier tevens de zogenaamde
aannemersprijs.
Bij de berekening van de kosten is gebruikt gemaakt van normprijzen. Deze
normprijzen zijn gebaseerd op ervaringscijfers van de Groenservice Zuid-Holland.
Ook is bij berekening gebruik gemaakt van gemiddelde kosten die gemaakt worden
bij het beheren en onderhouden van terreinen die vergelijkbaar zijn met de
Vogelplas Starrevaart. Via nacalculatie en indexering zullen de normprijzen
jaarlijks worden bijgesteld. De gehanteerde prijzen in de tabellen zijn
inclusief BTW.
De cijfers zoals deze in bijlage 11
staan, zijn gegenereerd met behulp van het beheersprogramma dat door de GZH
ontwikkeld is in samenwerking met Arcadis Heidemij Advies. In dit
administratieve programma zijn de gegevens van alle terreinelementen van de
deelgebieden gekoppeld aan de beheerskaarten in het grafische programma. Met het
beheersprogramma kan door middel van de maatregelenplanning een kostenoverzicht
per jaar, per maatregel, per kostensoort of per project gemaakt worden. Hierbij
wordt in het programma steeds de normprijs van de maatregel vermenigvuldigd met
de frequentie van de maatregel en de oppervlakte of lengte van het betreffende
element of het aantal elementen.
Bij het lezen van de tabel moet bedacht worden dat beheersplanning een
continue proces is. Deze ramingen zijn derhalve een momentopname. Door mutaties
zullen de cijfers veranderen.
Jaarlijkse reserveringen voor groot onderhoud zijn niet opgenomen. De
overzichten die in dit beheersplan zijn opgenomen geven de werkelijk begrote
kosten per jaar aan.
Het jaarlijks benodigde onderhoudsbudget bedraagt ca.ƒ 65.000,- (inclusief
onderhoudspersoneel GZH). Voor de jaarlijks uit
te voeren groot onderhoudsmaatregelen is ca. ƒ 3.500,- per jaar nodig. Dit
leidt voor de Provincie tot het onderstaande totaaloverzicht van de jaarlijkse
kosten.
Overzicht
jaarlijkse kosten Provincie Zuid-Holland |
Jaarlijks
onderhoud |
65.000,- |
Jaarlijks
groot onderhoud |
3.000,- |
Communicatie |
5.000,- |
Bestuurskosten |
1.500,- |
Onderzoek |
1.500,- |
Personeelslasten
beheer GZH |
1.500,- |
|
|
Totaal |
101.500,- |
|
Voor het bereiken van de doelstellingen van de Vogelplas Starrevaart is het
regelmatig evalueren van het gevoerde beleid, beheer en onderhoud en de
ontwikkeling van het gebied noodzakelijk. Op basis van de evaluaties kan
besloten worden of het gevoerde beheer voortgezet wordt of zal worden aangepast.
Ook voor andere activiteiten kan op basis van een evaluatie bepaald worden welke
activiteiten zullen worden voortgezet en welke niet, en welke nieuwe
activiteiten nodig zijn.
Evaluaties vinden onder meer plaats op basis van verschillende
monitoringsgevens. In de vorige paragrafen is in een aantal gevallen al ingegaan
op het aspect monitoring. In deze paragraaf zullen alle parameters waarvan
monitoring wenselijk is behandeld worden. Vervolgens zal worden ingegaan op de
wijze waarop geëvalueerd zal worden en hoe de resultaten van de evaluatie
zullen worden doorgevoerd in toekomstig beheer, beleid en overige acties.
4.12.1 Monitoringsparameters
Vogelgegevens
Broedvogelgegevens en gegevens over de 1%-soorten geven direct inzicht in de
mate waarin de natuurdoelstelling bereikt is. Veranderingen in
broedvogelaantallen vormen, evenals ontwikkelingen in de aantallen van de
1%-soorten, een belangrijke input voor de jaarlijkse evaluatie.
Broedvogeltellingen worden sinds de aanleg van de eerste fase van de Vogelplas
Starrevaart uitgevoerd door de Vogelwerkgroep Vlietland. Het waarborgen van de
continuïteit van de vogeltellingen is een verantwoordelijkheid van de
Beheerscommissie.
Overige fauna
Binnen de Vogelplas Starrevaart heeft monitoring van overige diersoorten minder
hoge prioriteit dan de monitoring van de doelsoorten. Desondanks kunnen gegevens
over andere diersoorten in het gebied waardevol zijn omdat zij:
- onderdeel zijn van ecologische relaties/processen binnen de Vogelplas
Starrevaart;
- een indicerende rol vervullen;
- een bedreiging/verstoring in het functioneren van de Vogelplas Starrevaart
kunnen betekenen;
- inzicht verschaffen in de overige natuurwaarden van de Vogelplas
Starrevaart.
Gericht onderzoek naar andere diersoorten zal in het kader van dit
beheersplan niet plaatsvinden. Indien gegevens via andere wegen beschikbaar
komen, zullen deze, voor zover van belang, verzameld worden. Indien er verzoeken
van derden komen om onderzoek te verrichten naar andere diersoorten, zal dit
worden toegestaan voorzover dit niet schadelijk is voor het functioneren van de
Vogelplas Starrevaart.
Visstand
Gegevens over de visstand zijn vooral voor wat betreft de eerste drie
bovengenoemde redenen waardevol. Het is dan ook wenselijk dat eens in de vijf
jaar onderzoek verricht wordt naar de aanwezige visstand in de Vogelplas
Starrevaart. Dit onderzoek is een verantwoordelijkheid van de Beheerscommissie.
Onderzoek naar de visstand vormt een van de actiepunten uit paragraaf
4.10.
Vegetatie
Gegevens over de vegetatieontwikkeling zijn van belang om veranderingen in de
aanwezigheid van doelsoorten te kunnen verklaren. Tevens kan het effect van het
maaien en begrazen op de vegetatieontwikkeling worden vastgesteld. Op basis van
deze gegevens kan het beheer eventueel worden bijgesteld.
Met name een goede ontwikkeling van de rietvegetatie is van belang voor veel
doelsoorten. Systematisch monitoren van rietontwikkeling, verruiging en
verlanding van (natte) rietvelden is van belang voor het te voeren beheer.
Waterkwaliteit
De waterkwaliteit speelt binnen het ecosysteem van de Vogelplas Starrevaart een
belangrijke rol. De waterkwaliteit is direct van invloed op de ontwikkeling van
de watervegetatie en de natte rietvelden en daarmee indirect op vogels in de
Vogelplas Starrevaart. Gegevens over de waterkwaliteit zijn van belang voor de
keuze van het wel of niet inlaten van water uit Vlietland. De waterkwaliteit zal
maandelijks moeten worden gemeten op verschillende plaatsen in het gebied.
Het volgen van de waterkwaliteit is een verantwoordelijkheid van de
Beheerscommissie. Thans wordt monitoring van de waterkwaliteit uitgevoerd door
Milieubiologie Leiden.
Recreatief gebruik
Gegevens over het recreatief gebruik kunnen inzicht verschaffen in het
functioneren van het gebied in recreatief opzicht. Inzicht in aantal,
samenstelling en herkomst van de bezoekers, alsmede de waardering van het gebied
maakt het mogelijk in te spelen op behoeften op het gebied van aanwezige
voorzieningen en informatie voorziening. Voor onderzoek naar deze gegevens is
geen budget beschikbaar. Mogelijk kan dit onderzoek verricht worden in het kader
van een stage of afstudeeropdracht van een universiteit of hogeschool.
Externe ontwikkelingen
Andere gegevens die een belangrijke rol kunnen spelen bij een evaluatie, zijn
ontwikkelingen in beleid op lokaal, provinciaal en rijksniveau. Dergelijke
ontwikkelingen zullen door de Beheers- commissie gevolgd moeten worden.
4.12.2 Evaluatiemoment
Eens per jaar zal een evaluatie plaatsvinden. Deze evaluatie zal door de
Beheerscommissie worden gehouden. De evaluatie zal in de maand oktober
plaatsvinden omdat dan de meeste gegevens beschikbaar zijn en de resultaten
verwerkt kunnen worden voor het volgend jaar.
De evaluatie heeft een integraal karakter en op basis van de beschikbare
gegevens zal gekeken worden in hoeverre de doelstellingen bereikt worden en of
het beheer en beleid zal worden voortgezet of zal worden aangepast. Tevens zal
worden vastgesteld welke nieuwe acties nodig zijn. Essentiële wijzigingen in
het beheersplan behoeven de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
4.12.4 Rapportages
Intern
Van de evaluatie zal een verslag worden gemaakt. Op basis van de evaluatie
zullen actiepunten worden geformuleerd en zal het beheer worden uitgewerkt voor
het komende jaar. De actiepunten zullen onderdeel uitmaken van het op te stellen
jaarplan waarin het beheer, onderhoud en overige acties voor het komende jaar
uitgewerkt worden. Het beheersplan dient als basis voor het jaarplan.
Extern
Naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie zal gerapporteerd worden aan de
provincie Zuid-Holland.
|