Home
English
Introductie
Nieuws
Logboek
Ringen
Avifauna
Excursie
Kalender
Rapporten
Tellen
Pers
Politiek
Beheer
Gastboek
Links


Beheersplan Vogelplas Starrevaart

Bijlage 8: Peilbeheer

Inleiding

Het waterpeil in de Vogelplas dient in het voorjaar hoog te staan (rond 1 april op -3.30 m NAP) en in het najaar laag (rond 1 september op -3.70 m NAP). Hiervoor dient 's zomers water te worden afgevoerd. De capaciteit van de overstort is gering. Het afvoeren van water van tevoren goed moet worden gepland en in de beheersmaatregelen ingepast. In het najaar stijgt het waterpeil vanaf -3.50 m NAP met 9 tot 16 cm per maand (ervaring oktober-november in 1992-1996). De plas zal zich dus vrij snel vanzelf vullen (3-4 maanden).

Peilbeheer

De twee genoemde eisen aan de waterstand leiden tot het volgende voorstel voor de peilregeling:

  • Het winterpeil is -3.30 m NAP. Tot 1 april is de overstort op deze hoogte afgesteld.
  • Op 1 april gaat de overstort naar -3.45 m NAP. Het peil zakt tot 1 juli met 5 cm/maand. Een peildaling van 1 cm per week is niet nadelig voor de aanwezige broedvogels.

De verwachting is dat door de holle vorm van de plas, het inmiddels lagere peil en de grotere invloed van verdamping vanaf jullie het peil sneller gaat zakken, met 10 cm/maand. De overstort is vanaf -3.45m NAP met vijf cm te verlagen. Om het gewenste peil van -3.70 m in het najaar te bereiken zal de volgende trapsgewijze verlaging worden aangehouden.

  • Op 15 juni is de waterkwaliteit van de Meeslouwerplas gecontroleerd. Als dit niet sterk negatief afwijkt van de waterkwaliteit van de Vogelplas wordt de inlaat opengezet en gaat de overstort tegelijkertijd naar -3.55 m NAP. Als de waterkwaliteit onvoldoende is, blijft ingrijpen achterwege.
  • Op 1 juli gaat de overstort naar -3.55 m NAP (mocht dit niet al op 15 juni zijn gebeurd).
  • Op 15 juli gaat de overstort naar -3.60 m NAP.
  • Op 1 augustus gaat de overstort naar -3.65 m NAP
  • Op 15 augustus gaat de overstort naar -3.70 m NAP
  • Op 31 augustus wordt de inlaat vanuit de Meeslouwerplas weer dichtgezet.

Op 1 september is een peil van -3.70 m NAP bereikt.

  • Op 15 oktober gaat de overstort weer naar -3.30 m NAP. Door het regenoverschot zal het peil met 9-16 cm per maand stijgen.

Uiterlijk rond 1 februari is het peil van -3.30 m NAP bereikt.

Het daadwerkelijk verloop hangt mede af van verdampingsoverschot in het zomerhalfjaar en het neerslagoverschot in het winterhalfjaar, en kan van jaar tot jaar verschillen.

N.B. Met een winterpeil hoger dan -3.30 m NAP is het met de huidige dimensionering van de overstort moeilijk, en wellicht onmogelijk, het gewenste najaarspeil te bereiken.

Maatregelen

  • afstellen van de hoogte van de overstort 1 x op 1 april, 4 x in de periode 1 juli - 15 augustus, en 1 x 15 oktober
  • regelmatig controleren van de waterkwaliteit van de Vogelplas en de Meeslouwerpolder
  • regelmatig (tweewekelijks, en tussen 1 april en 1 juli wekelijks) opnemen van het waterpeil
  • evaluatie van de genomen maatregelen en het effect

De overstort-hoogten zijn zo gekozen dat er weinig mis kan gaan. Extra controle (wekelijks) in de broedtijd, van 1 april tot 1 juni, is nodig om snel in te kunnen grijpen als het peil te snel daalt (overstort sluiten of zelfs water inlaten). Water inlaten kan alleen als het water van de Meeslouwerpolder niet slechter is dan van de Vogelplas, vandaar de controle van de waterkwaliteit.