|
BeheerDoelstelling Vogelplas StarrevaartDe Vogelplas Starrevaart is bedoeld als vervanging van de natuurwaarden die met de ontzanding van de Meeslouwerpolder verloren zijn gegaan (zie de geschiedenis van het gebied). De speciale betekenis van de Meeslouwerpolder is samen te vatten middels een lijst van 16 bijzondere soorten broedvogels en 4 soorten trekvogels. Bij de broedvogels moet gedacht worden aan soorten als dodaars, zomertaling, bruine kiekendief, waterral en baardmannetje, soorten die jaarlijks in de Meeslouwerpolder tot broeden kwamen, maar die in de rest van West-Nederland vrij zeldzaam waren (zie de broedvogelverslagen, b.v. van 1996). De 4 soorten trekvogels zijn kleine zwaan, smient, slobeend en watersnip. De grote aantallen waarin deze vier soorten voorkwamen maakten de Meeslouwerpolder tot internationaal belangrijk vogelgebied (zie ook "De 1%-soorten van de Meeslouwerpolder en de Vogelplas Starrevaart")! Het voorkomen van deze vogels in de Vogelplas vormt een goede maat voor het succes daarvan. De nevendoelstelling van het gebied is de recreatieve functie. BestemmingsplanHet gebied waarin de Vogelplas Starrevaart is aangelegd heeft inmiddels ook "natuurdoeleinden" als bestemming. Ten noorden van de Vogelplas Starrevaart ligt Vlietland, ten zuiden de Leidschendammerhout. Beide gebieden zijn ingericht voor recreatie, met de meest intensieve vorm in het noorddeel van Vlietland. De Vogelwerkgroep Vlietland concentreert zich wat telwerk betreft op de Vogelplas Starrrevaart, maar rekent het hele gebied van Leidschendam t/m Vlietland als werkgebied. In januari 2002 heeft gemeente Leidschendam de bestemming van dit hele gebied vastgelegd in een nieuw bestemmingsplan, dat vrijwel integraal op de site te lezen is. Het bij het plan behorende kaartmateriaal geeft een goed inzicht in de structuur van de gebieden. BeheerscommissieHet dagelijks beheer van de plas is in handen van de regio de Landen van de Groenservice Zuid-Holland of G.Z-H, zoals ook is aangegeven op de informatieborden in het gebied. De G.Z-H wordt daarbij geadviseerd door de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart. De Vogelwerkgroep is sinds 1988 vertegenwoordigd in de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart. Deze commissie adviseert over het beheer van de Vogelplas Starrevaart aan regio de Landen van de Groenservice Zuid-Holland. Via dit overleg heeft de Vogelwerkgroep bijgedragen aan het ontwerp en inrichting van de Vogelplas, inclusief de voorzieningen voor het waarnemen van de vogels. Ook de beheersmaatregelen worden in dit overleg afgestemd. De provinciale dienst G.Z-H. doet het uitvoerend beheer. De beheerscommissie is geen vrijblijvend adviesorgaan. Adviezen van de beheerscommissie Vogelplas Starrevaart worden door de G.Z-H overgenomen, tenzij dit wegens kosten of wetgeving niet kan. Als de G.Z-H het advies van de beheerscommissie vanuit de eigen verantwoordelijkheid als gebiedsbeheerder toch niet overneemt, dan gebeurt dit pas na een goede en deugdelijke argumentatie richting beheerscommissie. Over de uitvoering wordt wederom advies van de beheerscommissie gevraagd. De beheerscommissie brengt zowel gevraagd als ongevraagd advies uit. Een belangrijke reden om zo'n beheerscommissie in te stellen is gelegen in de voorgeschiedenis. Na een periode van intensief actievoeren is van twee zijden, overheid en particuliere natuurbescherming, besloten de krachten te verenigen. Door gezamenlijk inspanning is de Vogelplas Starrevaart ontworpen en aangelegd, als vervanging van de Meeslouwerpolder. De provincie heeft de beheerscommissie ingestelt om de diverse en gespecialiseerde expertises te verenigen die nodig zijn voor onderzoek en beheer. De Vogelplas Starrevaart wijkt qua doelstelling immers fors af van de gebruikelijke provenciale gebieden. In de beheerscommissie zijn diverse provinciale en lokale overheden, universiteit Leiden, vogelonderzoekers en natuureducatie vertegenwoordigd. Dit zorgt ervoor dat het beheer niet vanuit een ambtelijk bastion en op afstand wordt geregeld, maar dat dit gebeurt met alle relevante en direct betrokken groeperingen aan tafel. VWG Vlietland is van meet af vertegenwoordigd in deze beheerscommissie. BeheersplanHet dagelijks beheer van de Vogelplas Starrevaart is beschreven in het zogeheten beheersplan. Uitgangspunt van dit document zijn de doelstellingen van het gebied en de visie omtrent het beheer. In het plan is het beheer uitgewerkt tot op het niveau van beheersmaatregelen. Het beheersplan is door de beheerscommissie samengesteld en door de provincie Zuid-Holland vastgesteld. Het beheersplan is de basis voor de beheersmethodiek binnen de provincie. Via het maatregelenplan worden de beheerskosten begroot en gereserveerd, en via bestekken ingepland en uitgevoerd. Inhoud van het beheersplan is van groot belang, want het al dan niet kunnen uitvoeren van beheersmaatregelen vloeit daar direct uit voort. WaterpeilBij het beheer van het waterpeil dient met een veelheid van (soms tegenstrijdige) belangen rekening te worden gehouden (vogels, algenbloei, botulisme, verlanding). Bij de afweging zijn de doelstellingen op de lange termijn belangrijk. In het winterhalfjaar een hoog waterpeil handhaven betekent op de lange duur handhaving van een open plas, met schoon en daarmee flora- en faunarijk water, in het voorjaar een rijke broedvogelpopulatie en in het najaar veel en ook bijzondere trekvogelsoorten. In het voorjaar van 1996 was de waterstand in de Vogelplas Starrevaart erg laag. Dit was een uitzonderlijke situatie die het gevolg was van de werkzaamheden rondom de aanleg in 1995. De brede droogvallende slikranden hadden grote aantrekkingskracht voor tal van bijzondere en soms ook heel zeldzame vogelsoorten. Een walhalla voor de natuurliefhebbers! Momenteel (winter 1998) is de waterstand duidelijk hoger. Sommigen vinden de waterstand nu te hoog. Dit blijkt uit het commentaar van aanwezige bezoekers en de opmerkingen in het logboek dat in de schuilhut ligt. Deze mensen zien liever een continu lage waterstand, met veel slik en daardoor meer interessante vogelsoorten. Zo simpel ligt het echter niet! De waterstand in de Vogelplas krijgt een zo natuurlijk mogelijk verloop. Dit betekent het vasthouden van het neerslagoverschot in het winterhalfjaar (september-maart) wat resulteert in een hoge waterstand. Door het verdampingsoverschot in het zomerhalfjaar (maart-september) daalt het peil vervolgens weer. In de nazomer is het waterpeil het laagst en valt de slikplaat langzaam droog. Hoe dat in de afgelopen jaren is verlopen is in onderstaande figuur te zien.
Het waterpeil is kunstmatig bij te regelen. Vanuit de Meeslouwerplas is inlaat van water in de Vogelplas mogelijk. Uitlaat kan door een verstelbare overstort. Het is echter zaak om hier spaarzaam mee om te gaan. Bij het neerslagoverschot gaat het om relatief schoon water. Door hier zuinig mee te zijn blijft het water in de Vogelplas ook betrekkelijk schoon. Hierdoor krijgt hogere-waterplantengroei meer kans en algenbloei en botulisme hopelijk veel minder. Door het neerslagoverschot in het winterhalfjaar krijgen de rietvelden voldoende water om verruiging daarvan te voorkomen. De bodem van de plas komt voldoende diep te liggen om het dichtgroeien van de plas met riet te voorkomen. Door het verdampingsoverschot in het zomerhalfjaar komt de slikplaat in de plas in de nazomer en het begin van de herfst net plas en dras te staan. Hiervan kunnen vooral de steltlopers dan van profiteren. Aan een laag waterpeil in de nazomer is wel een risico verbonden. Het water kan dan zeer warm zijn, waarmee er een reeel gevaar is voor het ontstaan van botulisme. Iets om scherp in de gaten te houden (en dat gebeurt ook!). Mogelijk kan dit ook een reden zijn om het water in de Vogelplas dan toch maar weer op te zetten. Anders wordt de slikplaat immers een 'dodelijke val' (dode vogels, maden, vogels die daarop afkomen, nog meer dode vogels, enz.)! |
|