|
Jacht op de rosse stekelstaart: tot elke prijs?21 januari 2004
SamenvattingDe provincie Zuid-Holland heeft een aanwijzing ex artikel 67 Flora- en Faunawet uitgegeven die de jacht vrijmaakt op de rosse stekelstaart. Binnen de provincie Zuid-Holland is deze soort bijna uitsluitend te vinden op de Vogelplas Starrevaart. Dit gebied is echter een toevluchtsoord voor waterwild dat in de regio vaak erg schaars is. De plek is derhalve ongeschikt om bejaging uit te voeren. Ondanks dat de aanwijzing niet tot jacht verplicht en de provincie in de toelichting bij de aanwijzing zelf waarborgen verlangt tegen "onnodige verstoring in gevoelige gebieden", lijkt de provincie tegelijkertijd vast te willen houden aan het voornemen om wel degelijk op de Vogelplas Starrevaart te gaan jagen. Ze geeft daarbij geen argumenten die de noodzaak van deze jacht aantonen of zelfs maar een doel dat via jacht bereikt moet worden. De feiten over de ontwikkeling en broedsucces van de rosse stekelstaart weerspreken de noodzaak tot bejaging. De huidige stand van de rosse stekelstaart in Nederland is het gevolg van ontsnappingen en import van elders, en komt niet door eigen aanwas. In deze situatie is jacht een ineffectief middel en in een gebied als de Vogelplas Starrevaart bovendien een bijzonder schadelijk middel. InleidingDe rosse stekelstaart is een exoot uit Amerika die door ontsnapping en vrijlating uit collecties in de vrije natuur is beland. In Engeland is een vrij grote wilde populatie ontstaan. Vanuit Engeland vestigt de soort zich ook elders in Europa. De soort hybridiseert met de Witkopeend waarvan een deelpopulatie in Spanje voorkomt. Door jacht en vernietiging van broedbiotoop was de stand van de Witkopeend in Spanje teruggelopen van 400 vogels in 1950 tot 22 in 1977. Door beschermingsmaatregelen is de soort sindsdien toegenomen tot momenteel zo'n 2.000 vogels. De Spaanse Witkopeend wordt door de hybridisatie in het voortbestaan bedreigd. In Engeland is een programma gestart om de rosse stekelstaart via jacht terug te dringen. Op Europees niveau wordt momenteel aandacht besteed aan bescherming van de Witkopeend. In Nederland is bestrijding van exoten op provinciaal niveau geregeld. De provincie Zuid-Holland heeft in het kader van de bestrijding van exoten besloten tot een aanwijzing, waarin de rosse stekelstaart als te bejagen exoot wordt genoemd. Volgens de aanwijzing mag in Zuid-Holland bestrijding van de rosse stekelstaart middels jacht plaatsvinden, behalve als sprake is van onnodige verstoring in een gevoelig gebied. Dat de Vogelplas Starrevaart zo'n gevoelig gebied is mag blijken uit het volgende:
De beheerscommissie Vogelplas Starrevaart adviseert de beherende instantie, Groenservice Zuid-Holland of G.Z-H, over het beheer van het gebied. De VWG Vlietland is vertegenwoordigd in de beheerscommissie Vogelplas Starrevaart. Deze beheerscommissie heeft de G.Z-H geadviseerd om de rosse stekelstaart niet te bejagen op de Vogelplas Starrevaart. De ontwikkeling van de stand geeft daar geen aanleiding toe, en de Vogelplas Starrevaart is een voor verstoring bijzonder gevoelig gebied. De provincie Zuid-Holland blijkt de discussie niet zuiver te voeren en stuurt hard aan op actieve bejaging op de Vogelplas Starrevaart. Ze dringt er zelfs op aan om bij voorkeur in het zomerseizoen te gaan schieten. Impliciet wordt hierbij verwezen naar de situatie in Engeland, waar de soort gescheiden broed- en overwinteringsgebieden heeft. De provincie geeft hier blijk van een gebrek aan kennis van de lokale situatie, die niet vergelijkbaar is met die in Engeland. In de argumentatie heeft de provincie Zuid-Holland de broedgegevens van de rosse stekelstaart op de site van VWG Vlietland misbruikt, door selectief en suggestief te citeren uit de beschikbare gegevens. Kennelijk spreken de cijfers niet voldoende voor zichzelf. Bij het beheer van de Vogelplas Starrevaart speelt het beheersplan Vogelplas Starrevaart een belangrijke rol. Hierin is de visie, werkwijze en systematiek vastgelegd omtrent het beheer van het gebied. In dit beheersplan is ook een passage opgenomen over bestrijding van exoten. Deze passage luidt: "Bestrijding zal alleen plaatsvinden indien er overlast plaatsvindt. De beslissing over bestrijding zal in overleg tussen de beheerder en de Beheerscommissie plaatsvinden". De manier waarop de provincie met de besluitvorming over de bejaging omgaat wijst erop dat de provincie heel vrijblijvend met dit uitgangspunt denkt om te kunnen gaan. Enige feitenHier enige feiten over de stand van de rosse stekelstaart op de Vogelplas Starrevaart en de ervaringen met bestrijding in Engeland.
DiscussieHet broedsucces op de Vogelplas Starrevaart is te laag om de lokale populatie in stand te houden. Er zijn slechts weinig vrouwelijke rosse stekelstaarten aanwezig. Tot nu toe zijn slechts in 2000 en mogelijk ook in 2001 jongen grootgebracht. Sinds 2001 heeft de rosse stekelstaart geen jongen meer grootgebracht (zie ook de behandeling van de rosse stekelstaart in de avifauna). De populatie op de Vogelplas Starrevaart is ontstaan door de aanwas van tamme vogels van elders (Engeland, collecties in Nederland). Deze aanwas houdt de stand ook op peil. Ook de scheve sex-ratio duidt hierop. Bejaging op de Vogelplas Starrevaart zal de lokale populatie verkleinen, maar de aanwas niet stoppen. Aanvulling van elders blijft doorgaan en uiteindelijk heeft de jacht dus geen effect. Uit de tellingen van VWG Vlietland komt het beeld naar voren dat de Vogelplas Starrevaart vooral een gebied is waar de vrij vliegende vogels zich verzamelen, maar waar de soort zich niet uitbreidt. De tellingen in 2003 (zie de avifauna) illustreren dit. De soort heeft dat jaar geen jongen grootgebracht. Er is (minstens) 1 volwassen man door botulisme verloren gegaan. Vergelijking van de aantallen vogels voor en na het broedseizoen leverde op dat het aantal vrouwtjes gelijk bleef maar het aantal volwassen mannetjes van 12 naar 13 ging. Kennelijk zijn er dit jaar (minimaal) 2 volwassen mannetjes van elders bijgekomen. Bij de bestrijding via bejaging wordt het symptoom bestreden, maar niet de oorzaak. Daarmee is bejaging niet effectief. Aanpak van het probleem betekent vooral serieus werk maken van de bestrijding van de soort in Engeland (800-1000 broedpaar) en tegelijkertijd het verbod op handel en houden van rosse stekelstaarten. In Nederland betreft het 1500-2000 broedpaar, wat de losvliegende vogels in aantal verre overtreft. Wat dat laatste betreft is het navrant dat zelfs in Engeland, waar de soort sinds langere tijd via bejaging bestreden wordt, nog altijd geen verbod is op handel en fokken. De jacht zou volgens de provincie Zuid-Holland bij voorkeur in de zomer moeten plaatsvinden. Dit is een impliciete verwijzing naar de ervaringen in Engeland, waar de vogels trekken tussen overwinteringsgebieden en broedgebieden. De beste bestrijding in Engeland is in de broedgebieden tijdens de balts. De provincie Zuid-Holland geeft blijk van een gebrek aan kennis van de lokale situatie door dit gegeven zonder meer op de Vogelplas Starrevaart toe te passen. De soort vertoont hier geen trekgedrag. De vogels zijn het hele jaar door op de Vogelplas Starrevaart of in de onmiddellijke omgeving aanwezig. Verder is juist in de broedtijd op de Vogelplas Starrevaart de concentratie van inheemse broedvogels zeer hoog. Op een klein oppervlak gaat het om zo'n 70 soorten en ruim 1000 broedparen. Het aandeel van het waterwild hiervan is ongeveer de helft. Deze vogels reageren bijzonder sterk op jacht, en zijn geneigd om gebieden waar gejaagd wordt langere tijd te mijden. De jacht zal daarmee direct tot schade van de lokale inheemse broedpopulatie leiden. Veel van de aanwezige broedvogels zijn soorten die op de rode lijst staan. Voor deze soorten is goede bescherming van de broedgebieden van essentieel belang. De provincie maakt niet duidelijk welk aantal rosse stekelstaarten nog acceptabel is. Bejaging is niet meer effectief zodra de populatie zo klein is dat deze zichzelf niet meer kan bedruipen. Op de Vogelplas Starrevaart is dit het geval. Het broedsucces is nagenoeg nul. Het is niet duidelijk welk doel de provincie dan nog nastreeft met de bejaging, en welke criteria hierbij gelden. ConclusieDe uitbreiding van de rosse stekelstaart is een probleem ontstaan en in stand gehouden door de handel en kweek van tamme vogels. Ter bescherming van de Witkopeend moet dit probleem worden aangepakt. De manier waarop vereist zorgvuldige afweging, communicatie en besluitvorming. Dit alles is bij de manier waarop de provincie Zuid-Holland momenteel handelt ver te zoeken. De provincie wil iets aan de rosse stekelstaart doen, maar komt niet verder dan de gemakkelijkste weg, namelijk de roep om het geweer. De volgende vragen zijn zeer relevant, en beantwoording hiervan is voorwaardelijk voor welke bestrijdingspoging ook:
Door deze vragen open te laten blijft de roep om jacht steken op het niveau van onduidelijke en weinig serieuze bedoelingen. Hier schiet niemand wat mee op, ook de provincie zelf niet. De aanwijzing over de exotenbestrijding geeft aan dat jacht mag plaatsvinden, mits er waarborgen zijn tegen onnodige verstoring in gevoelige gebieden. De provincie Zuid-Holland maakt hier nu van: de jacht op de Vogelplas Starrevaart moet plaatsvinden, ondanks de resulterende verstoring van inheemse soorten. Het mag duidelijk zijn dat de aanwijzing geen enkele basis biedt voor dit streven. De provincie Zuid-Holland heeft in deze zaak nog een andere verantwoordelijkheid: die van terreinbeheerder. Door op onduidelijke gronden tot een ernstig en ingrijpend middel als jacht in een natuurgebied over te gaan toont de provincie Zuid-Holland zich een slecht terreinbeheerder. De Vogelplas Starrevaart is het belangrijkste natuurgebied dat de provincie in eigen beheer heeft. De provincie geeft er in deze vooralsnog geen blijk van de eigen beheersdoelstellingen serieus te nemen. De VWG Vlietland zal via de beheerscommissie Vogelplas Starrevaart, en desnoods daarbuiten, blijven ijveren voor een goed beheerd gebied, waar goede omstandigheden en rust zijn gegarandeerd voor de kritische vogelsoorten die in het gebied broeden, rusten en foerageren. 1Atlas van Nederlandse Broedvogels, SOVON, 2002. 2Roomen, M. van, A. Boele, M. van der Weide, E. van Winden & D. Zoetebier. 2000. Belangrijke vogelgebieden in Nederland, 1993-1997. Actueel overzicht van Europese vogelwaarden in aangewezen en aan te wijzen speciale beschermingszones en andere bealngrijke gebieden. SOVON-informatierapport 2000/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Met dank aan Wim ter Keurs en Wouter Plomp voor een review van een eerdere versie van de tekst. |
|