Home
English
Introductie
Nieuws
Logboek
Ringen
Avifauna
Excursie
Kalender
Rapporten
Tellen
Pers
Politiek
Beheer
Gastboek
Links


Rosse Stekelstaart - Oxyura jamaicensis

Vrouw Rosse Stekelstaart, 29-12-2006 (Foto ? Mervyn Roos)

Jonge man Rosse Stekelstaart, 22-12-2006 (Foto ? Ren? de Kleijn)

De Rosse Stekelstaart is een exoot die sinds 1988 bijna jaarlijks de Vogelplas Starrevaart bezoekt; alleen in 1990 en 1992 ontbrak de soort. De Rosse Stekelstaart is oorspronkelijk uit Noord-Amerika afkomstig. Uit collecties ontsnapte vogels broeden al enige tijd in het wild in Engeland. Tegenwoordig broeden ze ook in Nederland. Vanuit Noordwest-Europa heeft de Rosse Stekelstaart ook Spanje bereikt alwaar ze hybridiseren met de Witkopeend. Deze hybridisatie vormt een bedreiging voor het voortbestaan van de populatie van deze soort. In Spanje wordt de Rosse Stekelstaart om die reden bejaagd, en er gaan stemmen op om de bestrijding ook in Noordwest-Europa uit te voeren. In Engeland is een proef gehouden om de haalbaarheid te onderzoeken van uitroeiing van de soort. Het bleek, overigens tegen hoge kosten, haalbaar om de soort via bejaging te reduceren tot maximaal 175 vogels.

Op de Vogelplas Starrevaart was de soort jarenlange vooral in het winterhalfjaar aanwezig. De waarnemingen waren vooral in de periode oktober-april. Alleen in 1994 werd de soort ook enkele malen 's zomers gezien. Vanaf oktober 1997 is de soort een vaste gast op de Vogelplas Starrevaart. Alleen als de plas bij vorst dichtvriest wijkt de soort uit naar andere gebieden, zoals de Meeslouwerplas.

In 1998 is voor het eerst broeden vastgesteld. Hierna deed de soort jaarlijks broedpogingen in het gebied. Eerst ging het om een enkel paar, vanaf 2000 zijn meerdere vrouwtjes aanwezig. Alleen in 2000 is vastgesteld dat ook jongen groot zijn geworden. Van 2001 is dat niet bekend en in alle andere jaren is vastgesteld dat de broedsels geheel verloren gingen. Deze situatie doet erg denken aan de geoorde fuut, die drie jaar achtereen in grote aantallen in het gebied heeft gebroed, maar waarvan bijna geen jongen groot werden. Mogelijk gaan de duikende pullen verloren door predatie van roofvissen als snoek. Een onderzoek naar de opbouw van de visstand op de plas, gepland in 2004, kan hier wellicht meer duidelijkheid over verschaffen.

Hieronder een overzicht van de broedpogingen van de soort op de Vogelplas Starrevaart.

1998
De soort werd in het voorjaar baltsend waargenomen. Op 20-7-1998 werd vervolgens een vrouw met een donsjong gezien. Dit jong heeft het niet gered.
1999
Twee paar hebben gebroed. Beide broedsels brachten ook jongen voort, op 3-6-1999 werd een vrouw met 2 donsjongen gezien, in juli kwam een vrouw tevoorschijn met 4 donsjongen. Geen van de jongen heeft het gered.
2000
Voor het eerst heeft de soort met succes jongen grootgebracht. Op 18-7-2000 kwam een vrouw met 3 donsjongen tevoorschijn, op 28-7-2000 gevolgd door een tweede vrouw met 7 donsjongen. Op 9-9-2000 werden 5 volgroeide juveniele vogels gezien.
2001
In het voorjaar waren 4 baltsende paren aanwezig. Van deze paren hebben 2 met succes gebroed. Het eerste paar kwam op 26-6-2001 tevoorschijn met 5 pullen, het tweede paar op 5-8-2001 met eveneens 5 pullen. Het is niet bekend of een of meer pullen daadwerkelijk groot zijn geworden.
2002
In het voorjaar waren 6 baltsende paren aanwezig. Grootste getelde aantal voor het broedseizoen was op in maart 2002: 15 vogels (maximaal 9 man, maximaal 6 vrouw). Van deze aanwezige paren hebben 2 met succes gebroed. Op 3-6-2002 kwam een vrouw met 6 pullen tevoorschijn. Op 17-6-2002 was nog 1 jong over. Hierna is dit jong niet meer gezien. Op 13-8-2002 werd een vrouw met 3 jongen gezien. Op 18-8-2002 was ook hier nog maar 1 jong over. Na 20-8-2002 is ook dit jong niet meer gezien.
2003
Het grootste aantal getelde vogels voor het broedseizoen bedroeg 19 (in maart 2003 maximaal 12 man en maximaal 7 vrouw aanwezig). In het voorjaar waren 4 baltsende paren aanwezig. Van deze paren kwamen 2 vrouwtjes met jongen tevoorschijn. Op 9-6-2003 had een vrouw 7 pullen. Op 11-6-2003 zijn deze ook nog gezien. Op 13 en 14-6-2003 waren nog 5 pullen over, op 15-6-2003 waren er nog 4 over. Na deze datum zijn de jongen niet meer gezien. Op 18-8-2003 kwam een vrouw met 4 pullen tevoorschijn. Op 1-9-2003 waren nog 2 jongen over. Deze zijn nog gezien op 3, 6 en 8-9-2003, daarna niet meer. Na het broedseizoen werden maximaal 18 vogels geteld (20-12-2003: 13 man 5 vrouw). Tijdens het rapen van botulismeslachtoffers is op 20-8-2003 1 man rosse stekelstaart dood gevonden.

Uit deze gegevens komt het beeld naar voren dat de Vogelplas Starrevaart vooral een gebied is waar de vrij vliegende vogels zich verzamelen, maar waar de soort zich niet uitbreidt. De nauwkeurige tellingen in 2003 geven aan dat de soort geen jongen heeft grootgebracht en dat er minstens 1 adult door botulisme verloren is gegaan. Desondanks groeit het aantal mannetjes van 12 naar 13, wat alleen maar door aanvulling van elders kan komen.

Baltsende Rosse Stekelstaarten, 9-4-2003


Laatste revisie: januari 2004