|
Geoorde Fuut - Podiceps nigricollis
Vanaf de 2e helft van de 20e eeuw breidt de Geoorde Fuut zijn broedgebied westwaarts uit vanaf Midden Europa. In de Meeslouwerpolder is de Geoorde Fuut na een aantal jaren met zomerwaarnemingen voor het eerst in 1982 tot broeden gekomen. Vanaf 1992 nam in heel Nederland de soort explosief toe. In de periode 1983-1989 groeide het broedbestand van zo'n 100 naar ruim 230 paren[5]. In de Meeslouwerpolder lag het maximum in 1985, met 10 broedpaar. Tot 1988 broedden er nog 4-5 paar, van 1989-1992 1 paar, daarna is de soort verdwenen als broedvogel.
In 1988, het eerste jaar na de aanleg van de eerste fase, ontdekte de soort de Vogelplas Starrevaart, en vestigde zich met 4 broedparen. In latere jaren daalden de aantallen broedvogels snel, en na 1991 heeft de soort enige tijd niet meer gebroed. Net als bij de Dodaars kan bij deze ontwikkeling de voorkeur voor ondergelopen polders een rol hebben gespeeld. Hierop duidt ook de explosieve ontwikkeling van vlak na de voltooiing van de aanleg van de Vogelplas. De soort is in 1996 en 1997 plotseling weer aanwezig met 9 en 8 broedpaar. In 1998 en 1999 groeit het broedbestand zelfs naar 16 resp. 19 paar. De broedplaats ligt in een kolonie van Kokmeeuwen tussen de kijkhut en de Kniplaan, in het nieuw aangelegde deel van het gebied. De vogels zijn vaak van zeer nabij vanuit de kijkhut te zien, en vanaf de dijk zijn vaak ook enkele nesten te zien. Brachten in 1998 nog ruim de helft van de paren jongen groot, in 1999 was het broedsucces heel laag. Slechts enkele jongen zijn gezien. Mogelijk speelt de stand van de snoek een rol. Bij de botulisme-bestrijding in 1999 zijn 5 volwassen snoeken van pm. een meter aangetroffen, en nog veel meer jonge snoeken. De Geoorde Fuut is in Nederland een schaarse broedvogel. Het Nederlandse bestand wordt in 1996 op 160-180 paar geschat[7]. Door de droogte was dit lager dan de jaren ervoor, toen de stand op 270-280 paren werd geschat. De Vogelplas Starrevaart hoort in 1998 en 1999 met 16 resp. 19 paar tot de grootste kolonies van Nederland.
In de jaren dat de Geoorde Fuut broedvogel was op de Vogelplas, was de soort aanwezig van half april tot in september. In de jaren dat de soort niet tot broeden kwam, tussen 1991 en 1996, kwam de soort alleen incidenteel voor: 5-4-1992: 1 ex, 22-6-1993: 1 ex., 6-10-1993: 1 ex. en 3-8-1995: 2 ex.. Vanaf 1996 is de soort prominent aanwezig op de plas, met aantallen die oplopen van 22 ex. in 1996 tot 44 ex. in 1999. Doorgaans verdwijnt de soort na het broedseizoen snel uit het gebied. De geoorde futen trekken vanaf augustus naar zee; op de Wadden bij Texel en voor de kust van Zeeland vormen zich groepen van soms wel 1000-en vogels. Alleen in 1999 overwinterde de soort met 4 ex. ook op de Vogelplas Starrevaart.
In de Meeslouwerpolder is de soort een incidentele wintergast. Waarnemingen: 25-11-1994: 1 ex., 28-12-1996: 1 ex., 3-2-1997: 2 ex., 15-3-1997: 1 ex. en 20-12-1997: 2 ex..
Laatste revisie: maart 2000
|
|