De Kokmeeuw is een soort die in grote aantallen overvliegt van en naar
de slaapplaats in de zandwinplas in Vlietland. De aantallen die voor
de ontzanding van de Meeslouwerpolder 's winters verbleven lagen
tussen de 19.000 en 25.000, met als maximum 40.000 ex. in 1979.
Recente tellingen in de zandwinplas wijzen erop dat de Kokmeeuw nog
steeds in deze aantallen voorkomt: 15-1-1994: 20.000 ex. en 14-1-1995:
13.000 ex.. De slaapplaats is hiermee ?n van de grootste van
Nederland. De Vogelplas wordt daarbij soms als voorverzamelplaats
gebruikt. In december worden daarbij de grootste aantallen geteld. Het
lagere maximum in februari komt door een lacune in de tellingen.
De soort komt bijna jaarlijks ook als broedvogel in het gebied voor.
Als broedplaats dienden in de eerste jaren vooral de riethopen die
boven water uitstaken aan de zuidzijde van de plas. Deze riethopen
waren ontstaan bij pogingen tot het inplanten van riet. Later werd
gebroed op delen van het terrein die werden afgegraven als
voorbereiding op voltooiing van de Vogelplas. De nestplaatsen lagen
daarbij niet altijd in het water. De soort vormde dan vaak gemengde
broedkolonies met de Visdief. Na voltooiing van de Vogelplas nam de
soort enorm in aantal toe. De meeste nesten bevonden zich eerst op en
rond de slikplaat. In 1996 broedde de soort ook massaal op een pas
gemaaid rietperceel. In 1997 lagen de meeste nesten in het natte
rietveld tussen de schuilhut en de Kniplaan.
grotere aantallen
2-12-1990
4000 ex.
15-12-1996
8000 ex.
13-1-1996
11000 ex.
17-3-1997
6000 ex.
3-4-1996
5000 ex.
Kokmeeuw met jongen op het schelpeneiland,
16-5-2005
Juviele Kokmeeuw,
2-7-2005
Kokmeeuwen op de slaapplaats,
19-2-2006
Portret van Kokmeeuw, 4-7-2006 (Foto ? Ren? de
Kleijn)
In de winter zijn op de slaapplaats vaak olieslachtoffers
aanwezig, 30-12-2006