|
Visdief - Sterna hirundo
De Visdief broedt bijna jaarlijks in de Vogelplas Starrevaart. Het aantal broedvogels varieert van jaar tot jaar. Maximaal hebben op de Vogelplas 85 Visdieven gebroed. Daarmee is het gebied vrij belangrijk voor West-Nederland, waar het totaal aantal broedparen 900 paar bedraagt[2]. De soort foerageert tot in de wijde omgeving. Overvliegende visdieven worden gezien in Vlietland, de Horsten, Voorschoten en Meyendel.
De soort heeft ook altijd in Vlietland gebroed. De aantallen schommelden sterk en bedroegen maximaal 37 broedpaar. De laatste jaren bleef het voorkomen in Vlietland beperkt tot de Meeslouwerpolder, waar de soort jaarlijks tot broeden kwam op de pontons die de afvoerbuizen van de zandzuiger drijvend houden. Voor de nestbouw werden roestschilvers gebruikt. De Visdief is een pioniersoort die op de Vogelplas Starrevaart snel kan profiteren van het ontstaan van geschikt broedterrein bij werkzaamheden in het gebied. De Visdief heeft niet veel nodig, een stukje kale grond is al voldoende. Een grote kolonie ontstond in 1989, toen aan de zuidwest-hoek een kale slikplaat lag. Oorspronkelijk waren 27 paren aanwezig. De kolonie is verstoord door betreding van mensen en het weiden van schapen. Na de verstoring dook de Visdief op in de Meeslouwerpolder waar toen zo'n 10 paren tot broeden kwamen. Later kwamen toch nog 7 paar met succes tot broeden in de kolonie bij de Vogelplas. In latere jaren begroeide de slikplaat en schakelde de Visdief over tot het broeden op de riethopen die ter bevordering van de rietgroei waren opgeworpen aan de zuidzijde van de plas. De rietaanplant sloeg niet aan en de hopen verdwenen onder water. De Visdief verdween in 1992 als broedvogel. In 1993 werd door 5 paren gebroed op een afgraving vlak naast de plas. In 1994 ontstond weer een grotere kolonie, 14 paar Visdieven met 22 paar Kokmeeuwen, in de afgraving van een deel van een weideperceel. Een gerichte meting van het broedsucces heeft niet plaatsgevonden, maar het gering aantal jongen dat bij twee tellingen in de kolonie is gezien duidt erop dat het broedsucces niet hoog is geweest. Reden kan zijn dat de kolonie mede door de ligging gemakkelijk verstoord kon worden. Diverse malen is betreding van de kolonie vastgesteld. Ook het hooien dat plaatsvond tot aan de rand van de kolonie en later het weiden van vee kan verstorend zijn geweest. De grootste kolonie ontstond in 1996. Na de voltooiing van de Vogelplas Starrevaart in 1995 was de waterstand in het voorjaar nog erg laag was. De slikplaat lag droog en 85 paar kwamen daar tot broeden. Het jaar erop stond de slikplaat geheel onder water en ontbrak de soort als broedvogel.
De visdief arriveert in april. De grootste aantallen worden vlak na het broedseizoen gezien, als de soort met de jongen in het gebied rondvliegt. De laatste waarnemingen vallen meestal rond eind september. Op 5-7-2001 werd melding gemaakt van een 2e-zomer vogel.
|
|