Home
English
Introductie
Nieuws
Logboek
Ringen
Avifauna
Excursie
Kalender
Rapporten
Tellen
Pers
Politiek
Beheer
Gastboek
Links


Visbemonstering in de Vogelplas Starrevaart

Wim ter Keurs

6 oktober 2009

Op maandagochtend 5 oktober vond op de Vogelplas Starrevaart een visbemonstering plaats als zogenaamde "nulmeting" in het kader van de KaderRichtlijn Water (een Europese richtlijn, die in 2000 van kracht is geworden). Vanaf 2015 of daaromtrent moeten alle wateren in de Europese Unie zeg maar "ecologisch" in orde zijn. Daartoe moeten er nu allerlei maatregelen worden genomen en dan wordt er daarna regelmatig nagegaan of dat het gewenste effect heeft. Zo'n "nulmeting" heeft eind september/begin oktober ook op Vlietland en in de Meeslouwerplas plaatsgevonden (met de zegen en elektrisch).

De verschillen tussen de Meeslouwerplas en de Vogelplas

De verschillen tussen de Meeslouwerplas en de Vogelplas zijn fascinerend. In de Meeslouwerplas barstte het bijvoorbeeld van de kleine Snoekbaars (en ?n grote) en in de Vogelplas niet een. En in de Meeslouwerplas barstte het ook van de (naar komkommer ruikende!) Spiering en in de Vogelplas niet een. Bedenk hierbij, dat we water inlaten vanuit de Meeslouwerplas.

De verschillen in de Vogelplas Starrevaart tussen februari 2004 en oktober 2009

In de Vogelplas Starrevaart waren de verschillen tussen februari 2004 en nu (oktober 2009) ook opvallend. Toen alleen hele kleine vis (in het riet) en hele grote vis (Brasem en Karper) in het "diepe" gat ten zuidwesten van de slikplaats. Nu werd met elektrisch vissen nauwelijks vis in het riet gevangen (wel nogal wat Kleine Modderkruipers) en met de zegen massa's kleine Baars, Pos, Blankvoorn en Brasembroed in het gat voor de slikplaat. Met de zegen zijn vanaf de zuidwestrand van de slikplaat vijf 'trekken' gedaan, de eerste aan de Vlietkant en de laatste aan de A4-kant. Pas in de vierde trek (tegenover de hut) zaten een stuk of tien reusachtige Karpers (twintigponders van 70, 80 cm; jammer genoeg geen "Boerenkarper") en een paar kleine Snoekjes, maar geen enkele grote Brasem (wel 'broed'?!). In de vijfde trek, het dichtst bij de hut, zaten een stuk of vier grotere Snoeken (van 70, 80 cm).

De vorige keer was het verhaal, dat de kleine visjes in het riet dekking vonden en dat de hele grote in het diepe gat voor de slikplaat kennelijk de Aalscholver-predatie overleefd hadden (de "tussenmaat" ontbrak toen namelijk vrijwel geheel). Nu zwom er in het gat voor de slikplaat echter behoorlijk wat mooie Blankvoorn van 20 ࠲5 cm en een enkele Rietvoorn rond (waar blijft de Visarend?!). De vraag is of er intussen ook minder Aalscholvers zijn.