|
Een advies voor het realiseren van de recreatiedoelstelling van de VogelplasBeheerscommissie Vogelplas Starrevaart 11 augustus 2005 De Vogelplas Starrevaart heeft een dubbele doelstelling, een natuurdoelstelling en een recreatiedoelstelling. Dat was halverwege de tachtiger jaren ook richtinggevend bij het ontwerp van het gebied. Dit vormde voor de beheerscommissie de reden om Guido de Bont en Sander Klinkhamer, een tweetal studenten van de Hogeschool Inholland in Delft, te vragen een recreatie-onderzoekje in de Vogelplas te doen. Dat onderzoekje is in de herfst van 2004 uitgevoerd. De uitkomsten zijn hier beschreven, inclusief de aanbevelingen aan de GroenService Zuid-Holland, de beheerder van het gebied. InleidingDe Vogelplas Starrevaart (ca. 65 ha) ligt in de gemeente Leidschendam-Voorburg, in de Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder tussen de Vliet en de A4 (Amsterdam-Rotterdam). De Vogelplas is (in 2 fasen) aangelegd om het verlies aan natuurwaarden goed te maken dat het gevolg was van de zandwinning in de Meeslouwerpolder. De Vogelplas is ontworpen door de Werkgroep Milieubeheer Leiden en de Vogelwerkgroep Vlietland in samenwerking met de provincie Zuid-Holland. Ongeveer eenderde deel van de plas is aangelegd in 1987 en de rest in 1995. De Vogelplas is eigendom van het Staatsbosbeheer, is in erfpacht uitgegeven aan de provincie Zuid-Holland en wordt beheerd door de Groenservice Zuid-Holland (G.Z-H). Bij het beheer van de Vogelplas wordt de G.Z-H geadviseerd door de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart (BC VPS, kortweg BC). Al bij het ontwerp van de Vogelplas (in de tachtiger jaren) is rekening gehouden met een dubbele doelstelling voor de Vogelplas, namelijk een natuurdoelstelling en een recreatieve doelstelling. Een adequate samenvatting van beide doelstellingen houdt in dat er in en om de Vogelplas vooral zoveel mogelijk vogelsoorten moeten voorkomen die van de Meeslouwerpolder zo?n bijzonder gebied maakten en dat er naar de Vogelplas zoveel mogelijk mensen moeten komen om daarvan te genieten. Voor dat doel is er op de graskaden rond de plas een natuurwandelroute (met informatieborden) aangelegd en is er een vogelkijkhut neergezet. Zowel de natuurwandelroute als de vogelkijkhut zijn gedurende het gehele jaar op elk uur van de dag toegankelijk. Wat er van de natuurdoelstelling voor de Vogelplas terechtkomt wordt (met nagenoeg dagelijkse vogeltellingen) zeer nauwgezet bijgehouden door Sjaak Schilperoort en een aantal andere trouwe waarnemers (zie www.vwgvlietland.nl). Wat er van de recreatieve doelstelling terechtkomt wordt door niemand bijgehouden, ook door de G.Z-H niet. Daardoor is de evaluatie van het beheer op dit gebied in feite onmogelijk. Om een behoorlijk beheer van de Vogelplas mogelijk te maken moet er snel een eind aan deze situatie komen. Daarom heeft de BC aan Guido de Bont en Sander Klinkhamer, twee studenten Plattelandsvernieuwing van de Hogeschool Inholland, in de nazomer van 2004 gevraagd om een recreatie-onderzoekje in de Vogelplas te doen. Het eindrapport van hun onderzoek (Klinkhamer en De Bont, 2004) is op 14 april 2005 aan de G.Z-H ter beschikking gesteld. Dit advies vat het onderzoek van Guido en Sander samen en doet naar aanleiding daarvan vervolgens een aantal aanbevelingen voor het recreatiebeheer van de Vogelplas. Dat gebeurt tegen de achtergrond van de recreatiedoelstelling voor de Vogelplas, zoals die staat verwoord in de meest recente conceptversie van het Beheersplan voor de Vogelplas (Groenservice Zuid-Holland, 2005). De recreatiedoelstelling voor de VogelplasIn het meest recente concept-beheersplan voor de Vogelplas staat de recreatiedoelstelling voor de Vogelplas als volgt verwoord:
wat betreft de relatie tussen de recreatie en de natuur:De formulering van deze doelstelling maakt duidelijk, dat het de bedoeling is zoveel mogelijk mensen op verschillende manieren van natuur en landschap te laten genieten zonder dat de natuur als gevolg daarvan ontoelaatbare schade oploopt. Toch zal nog verhelderd moeten worden wat met ?de draagkracht van het gebied? bedoeld wordt en wanneer de natuurdoelstelling ?ontoelaatbaar? wordt geschaad. Of het recreatieve gebruik van de Vogelplas binnen ?de draagkracht? van dat gebied blijft en/of de natuurdoelstelling niet ?ontoelaatbaar? schaadt, wordt immers niet alleen bepaald door de effecten van dat recreatieve gebruik, maar tevens door wat de beheerder precies met dat gebied wil. Een ?draagkracht?-norm is niet zomaar objectief vast te stellen. In haar advies van 15 april jl. over het nieuwe concept-beheersplan heeft de BC al aangegeven dat al deze begrippen om een behoorlijke ?operationalisering? vragen en om criteria en normen om te kunnen bepalen wanneer welke draagkracht wordt overschreden en wanneer de natuurdoelstelling ontoelaatbaar wordt geschaad. wat betreft de relatie tussen de recreanten onderling:Ook besteedt de formulering van de recreatiedoelstelling geen aandacht aan de mogelijkheid dat bepaalde typen recreatief gebruik van de Vogelplas andere typen recreatief gebruik kunnen hinderen. In de meest recente conceptversie van het Beheersplan staat (op pagina 26), dat met name de groep ?mensen die behoefte hebben aan een plek met bijzondere natuur- en landschappelijke waarde? worden beschouwd als de ?doelgroep? bij het beheer van de Vogelplas. De vraag is dus in hoeverre zij nog van natuur en landschap in de Vogelplas kunnen genieten als daar ook mensen hun honden uitlaten en/of als daar mountainbikers rijden. Het beheer van de Vogelplas hoort ervoor te zorgen dat met name de doelgroep in de Vogelplas aan haar trekken komt. In de hierboven geciteerde recreatiedoelstelling is overigens onduidelijk wat wordt bedoeld met het streven ?de Vogelplas te ontwikkelen tot recreatief knooppunt in combinatie met het recreatiegebied Vlietland?. Even onduidelijk is wat er moet gebeuren om de Vogelplas zich als zodanig te laten ontwikkelen en wat de consequenties daarvan zouden zijn voor het realiseren van de natuurdoelstelling en het beoogde recreatieve gebruik van de Vogelplas. De BC is in haar commentaar d.d. 15 april jl. op het concept-beheersplan al uitgebreid ingegaan op de formulering van de recreatiedoelstelling en op de maatregelen die de G.Z-H zou moeten nemen om deze doelstellingen te realiseren. Samenvatting van het recreatie-onderzoekdoel en opzetDe bedoeling van het recreatie-onderzoek was een indruk te krijgen van het aantal en het type bezoekers van de Vogelplas en van hun waardering voor verschillende aspecten van de Vogelplas. Daartoe is een enqu?e opgesteld, die tussen 21 september en 12 oktober 2004 in het veld mondeling is afgenomen onder 52 bezoekers van de Vogelplas en daarna ter aanvulling via internet schriftelijk onder 18 vogelaars die regelmatig hun waarnemingen aan Sjaak Schilperoort opsturen. Er is bij het enqu?eren gericht gestreefd naar een min of meer evenwichtige verdeling tussen oudere en jongere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars?. Ontstane tekorten in ?n van de groepen zijn in de loop van het onderzoek actief opgevuld. De verhoudingen tussen de ge?qu?eerde categorie? geven dus niet de werkelijke verhoudingen in het veld weer. De enqu?e stelt allereerst een aantal vragen over de ge?qu?eerde zelf:
Vervolgens worden vragen gesteld over:
Op de meeste vragen waren meer antwoorden mogelijk. Bij de verwerking van de resultaten is een onderscheid gemaakt tussen oudere en jongere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars?. Diegenen die vogels opgaven als een van de motieven om naar de Vogelplas te komen werden bij de ?vogelaars? ingedeeld. Bij de ?niet-vogelaars? werden al diegenen ingedeeld die alleen andere motieven opgaven om naar de Vogelplas te komen (andere dieren, planten, landschap, rust e.d.). Om voldoende oudere en jongere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? te kunnen onderscheiden moest de leeftijdsgrens bij 40 jaar worden gelegd; jongere ge?qu?eerden waren niet ouder dan 40 jaar; oudere ge?qu?eerden ouder dan 40 jaar. resultatenAantallen ge?qu?eerden in de onderscheiden categorie? Er zijn 21 jongere en 21 oudere ?vogelaars? ge?qu?eerd en 11 jongere en 17 oudere ?niet-vogelaars?. Het kostte duidelijk meer moeite om ?niet-vogelaars? te vinden dan ?vogelaars?. Waar woont u? Vrijwel alle ge?qu?eerden wonen in een straal van 10 kilometer rond de Vogelplas; 30% komt uit Voorschoten en Leiden; bijna 25% uit Leidschendam, Voorburg en Den Haag. Komt u met de auto, de fiets of te voet naar de Vogelplas? Het merendeel van de oudere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? (ca. 40% van beide categorie?) komt met de (brom)fiets naar de Vogelplas en het merendeel van de jongere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? met de auto (respectievelijk ca. 50% en bijna 40%). Het kan niet geheel worden uitgesloten dat ge?qu?eerden, die opgaven te voet naar de Vogelplas te zijn gekomen, bedoelden dat ze vanaf de parkeerplaats langs de Kniplaan naar de Vogelplas waren komen lopen. Het openbaar vervoer (de bus over de Veurseweg door Voorschoten bijvoorbeeld, met haltes op ca. een kilometer van de Vogelplas) speelt bij geen van de categorie? een rol van betekenis. Vrijwel alle ge?qu?eerden uit alle categorie? zijn tamelijk tevreden tot tevreden over de bereikbaarheid van de Vogelplas en de parkeergelegenheid in de buurt daarvan. Hoe weet u van de Vogelplas? Op de vraag hoe de ge?qu?eerden van het bestaan van de Vogelplas op de hoogte zijn gekomen antwoordden de meeste oudere ?vogelaars? (>50%) dat ze van het bestaan van de Vogelplas op de hoogte zijn gekomen doordat zij met de voorgeschiedenis van de plas bekend waren en bijvoorbeeld ook al in de Meeslouwerpolder kwamen of dat ze bij het fietsen in de omgeving zelf op de Vogelplas zijn gestuit. De meeste jongere ?vogelaars hebben van vrienden en kennissen over de Vogelplas gehoord. De folders van de provincie spelen voor de oudere en jongere ?vogelaars? geen enkele rol. Dat ligt anders bij de ?niet-vogelaars?; meer dan 15% van hen weet ook van het bestaan van de Vogelplas door de folders van de provincie, maar de meesten van hen (>60%) hebben van vrienden en kennissen over de Vogelplas gehoord. Ook bijna 40% van de jongere ?niet-vogelaars? hebben aanvankelijk van vrienden en kennissen over de Vogelplas gehoord, maar meer dan 50% van hen heeft de Vogelplas niet door informatie van anderen, maar zelf ontdekt. Waarvoor komt u naar de Vogelplas? Behalve voor de vogels komt ca. 20% van de oudere ?vogelaars? ook voor de rust naar de Vogelplas. Dat geldt minder voor de jongere ?vogelaars?; zij komen - behalve voor de vogels - vooral ook voor andere dieren naar de Vogelplas. Oudere en jongere ?niet-vogelaars? komen vooral voor de rust naar de Vogelplas. Combineert u uw bezoek aan de Vogelplas met een bezoek aan andere gebieden? De meerderheid van de ?vogelaars? (>50%) combineert een bezoek aan de Vogelplas niet met een bezoek aan andere recreatiegebieden, zoals Vlietland; de meerderheid van de ?niet-vogelaars? (>60%) combineert een bezoek aan de Vogelplas juist wel met een bezoek aan andere gebieden. Hoe vaak en wanneer komt u naar de Vogelplas? De ?vogelaars? komen vooral in de lente en de herfst naar de Vogelplas (als er weer nieuwe vogelsoorten op de plas verschijnen); de ?niet-vogelaars? vooral in de lente en de zomer (als het weer mooier weer wordt). De meeste ge?qu?eerden komen niet wekelijks naar de Vogelplas, sommigen 1 ࠲ keer per week, maar een minderheid van de ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? (10 ࠲0%) komt er dagelijks. De meeste oudere ?vogelaars? (bijna 70%) blijven gemiddeld 2 ࠴ uur bij de Vogelplas. De meeste jongere ?vogelaars? (bijna 50%) blijven - net als de oudere ?niet-vogelaars - gemiddeld 1 ࠲ uur bij de Vogelplas; de meeste jongere ?niet-vogelaars? gemiddeld niet langer dan 1 uur. De waterstand te hoog of te laag, te veel of te weinig riet, te veel of te weinig bomen en struiken? Meer dan de helft (>60%) van de ?vogelaars? vindt de waterstand te hoog; de meeste ?niet-vogelaars? (>80%) vinden de waterstand niet te hoog of te laag. De meerderheid van de oudere en jongere ?niet-vogelaars? (respectievelijk >50% en >80%) vindt niet dat er te veel of te weinig riet om de plas staat. Vrijwel niemand van de ge?qu?eerden vindt dat er teveel riet om de plas staat; de kleine meerderheid van de oudere ?vogelaars? (>50%) en een flinke minderheid van de jongere ?vogelaars? en de oudere ?niet-vogelaars? (ca. 40%) vindt dat er wel wat riet bijkan; de jongere ?niet-vogelaars? hebben kennelijk niet zo?n behoefte aan meer riet. Behalve de oudere ?niet-vogelaars? vinden de meeste ge?qu?eerden uit de andere categorie? (ca. 60% van hen) niet dat er teveel bomen en struiken om de plas staan. Vrijwel niemand van de ge?qu?eerden vindt dat er teveel bomen en struiken om de plas staan; vooral de oudere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? (respectievelijk >40% en ca. 60%) vinden dat er wel wat bomen en struiken bijkunnen. Wat vindt u van het uitzicht op de plas? De ge?qu?eerden is ook gevraagd naar hun waardering voor het uitzicht op de Vogelplas vanaf de verschillende oevers (aan de kant van de A4, aan de kant van de Kniplaan en aan de kant van de Vliet) en naar hun waardering voor het uitzicht vanaf de vogelhut aan de A4-oever en vanaf de uitkijktoren aan de Kniplaan. De meeste ?niet-vogelaars? zijn wel tevreden over het uitzicht vanaf die verschillende uitkijkpunten; bij hen scoren de Vlietoever en de uitkijktoren aan de Kniplaan het laagst (respectievelijk <80% en <60% bleek daar tevreden over). De waardering van de ?vogelaars? voor de verschillende uitkijkmogelijkheden is over het algemeen lager dan die van de ?niet-vogelaars? en de waardering van de jongere ?vogelaars? is over het algemeen ook lager dan die van de oudere ?vogelaars?. Ook onder de ?vogelaars? scoort het uitzicht vanaf de Vlietoever en vanaf de uitkijktoren aan de Kniplaan het laagst; slechts iets meer dan 60% van de oudere ?vogelaars? en iets meer dan 40% van de jongere ?vogelaars? is tamelijk tevreden tot tevreden over het uitzicht vanaf de Vlietoever en over het uitzicht vanaf de uitkijktoren aan de Kniplaan. Opvallend is de relatief geringe waardering van de jongere ?vogelaars? voor het uitzicht uit de vogelhut; slechts iets minder dan 60% is echt tevreden over het uitzicht daar; zelfs het uitzicht vanaf de Kniplaanoever scoort beter. Vindt u het te druk of te stil bij de Vogelplas? De meeste ge?qu?eerden vinden het niet te druk of te stil rond de Vogelplas. Niemand vindt het er ?te stil?; ca. 40% van de jongere ?vogelaars? vindt het daar wel eens ?druk?; slechts een enkeling vindt het er ?te druk?. Wat mist u bij de Vogelplas? Vooral oudere ?vogelaars en ?niet-vogelaars? (bijna 60% van beide categorie?), maar ook jongere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? (bijna 40% van hen) missen ?bankjes? rond de Vogelplas. Aan andere voorzieningen (een bezoekerscentrum, folders, verharde paden, rondleidingen e.d.) lijkt veel minder behoefte. Vooral jongere ?vogelaars? (bijna 40% van hen) missen een bezoekerscentrum echter wel. Wat stoort u bij de Vogelplas? Alle categorie? storen zich bij hun bezoek aan de Vogelplas vooral aan het verkeerslawaai van de A4; dat geldt voor meer dan de helft van de oudere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? en voor iets meer dan 30% van de jongere ?vogelaars? en bijna 50% van de jongere ?niet-vogelaars?. De aanwezigheid van honden komt bij de ?vogelaars? en de jongere ?niet-vogelaars? op de tweede plaats; de jongere ?vogelaars? ergeren zich daaraan zelfs even vaak als aan het verkeerslawaai. Bij de oudere ?niet-vogelaars? komen de distels, te hoog gras en brandnetels (?slecht onderhoud?) op de tweede plaats; bij de jongere ?vogelaars? komt de ergernis aan slecht onderhoud samen met de ergernis aan ?andere bezoekers? ex aequo op de derde plaats. De andere categorie? (de oudere ?vogelaars? en de ?niet-vogelaars?) lijken veel minder last van ?andere bezoekers? te hebben. Wat vindt u de pluspunten van de Vogelplas? De oudere ?vogelaars? blijken - behalve de vogels en de andere dieren - vooral ook de rust en het landschap tot de pluspunten van de Vogelplas te rekenen; de jongere ?vogelaars? vooral ook de rust en de bereikbaarheid. Ook de oudere ?niet-vogelaars? noemen vooral de rust en het landschap als de pluspunten van de Vogelplas en ook de jongere ?niet-vogelaars? noemen vooral de rust en de bereikbaarheid. Wat vindt u van de borden om de Vogelplas? De meerderheid van alle categorie? blijkt de drie grote informatieborden langs de Vliet en het Duinwaterpad en de kleine bruine informatieborden op de kaden rond de Vogelplas wel eens te hebben gelezen. Iets meer dan 60% van de oudere ?vogelaars? en bijna 80% van de jongere ?vogelaars? heeft ook het grote informatiebord bij de vogelhut wel eens gelezen; de meerderheid van de ?niet-vogelaars? (ca. 60%) heeft dat bord echter nooit gelezen. Vrijwel iedereen vindt de informatie op de borden die hij of zij gelezen heeft ?interessant? en ?duidelijk?. Voor ca. 40% van de oudere ?vogelaars? zou de informatie wel wat duidelijker kunnen; eenzelfde percentage van hen vindt dat er ?meer beeldmateriaal? gebruikt zou kunnen worden. Voor de ?niet-vogelaars? hoeft de informatie helemaal niet duidelijker. Ongeveer de helft van de jongere ?vogelaars? heeft behoefte aan ?meer informatie?. Anders dan de ?niet-vogelaars? heeft niemand van de ?vogelaars? behoefte aan ?meer borden?. Waarover en hoe wilt u nog meer ge?formeerd worden? Iets meer dan 40% van de oudere en jongere ?vogelaars? wil graag over de vogels ge?formeerd worden en ca. 30% over ?de ontwikkeling van het gebied?. Ook iets meer dan 40% van de jongere ?niet-vogelaars? wil over ?de ontwikkeling van het gebied? ge?formeerd worden. De ?vogelaars? en de jongere ?niet-vogelaars? willen vooral via internet over de Vogelplas ge?formeerd worden (in feite voorziet de website van Sjaak Schilperoort in die behoefte). Oudere ?niet-vogelaars? willen zowel via folders en internet als via ?de regionale krant? over de Vogelplas ge?formeerd worden. De conclusies van de Beheerscommissie uit dit onderzoekEen meer dan oppervlakkige indruk van de omvang van het bezoek aan de Vogelplas gedurende het jaar en van het soort bezoekers kon met dit beperkte onderzoek in de herfst van 2004 uiteraard niet verkregen worden. Toch moet het bezoek aan de Vogelplas niet onderschat worden. Anders dan veel andere gebieden trekt de Vogelplas bezoekers in alle seizoenen en in de vogelhut zitten gedurende het gehele jaar vrijwel altijd mensen op alle momenten van de dag. Nogal wat ge?qu?eerden bezoeken de Vogelplas 1 ࠲ keer per week, sommigen dagelijks en verblijven daar dan gemiddeld meer dan 1 of 2 uur. Van belang is dat nogal wat bezoekers - behalve voor de vogels - ook voor ?de rust? naar de Vogelplas komen en dat vooral de rust en het landschap - naast bereikbaarheid - als de pluspunten van het gebied worden genoemd. Tegelijkertijd ergeren de ge?qu?eerden zich vooral aan het verkeerslawaai van de A4 (die het meest storend is langs de A4-oever van de plas). Het zal dus vooral de visuele rust van het landschap zijn die als pluspunt van de Vogelplas wordt ervaren. De vraag is of er niets tegen het verkeerslawaai gedaan kan worden. Onduidelijk is hoe verschillende categorie? potenti?e bezoekers het beste van het bestaan van de Vogelplas op de hoogte kunnen worden gebracht. Hierbij dient bedacht te worden dat het interessant is om te vragen hoe bezoekers van de Vogelplas van het bestaan van die plas op de hoogte zijn gekomen (dat is in dit onderzoek gebeurd). Minstens even interessant is het echter om erachter te komen of mensen die de Vogelplas nog nooit bezocht hebben van het bestaan van de plas afweten, op welke manier zij daarvan eventueel op de hoogte gebracht zijn en waarom dat nog nooit tot een bezoek aan de Vogelplas geleid heeft. Die laatste categorie is in dit onderzoek echter niet ondervraagd. Het is jammer dat zoveel ?vogelaars? de waterstand (ondanks voorlichting daarover van de Vogelwerkgroep Vlietland, nog steeds) te hoog vinden; want in de Vogelplas wordt een natuurlijk peilverloop nagestreefd (hoog tegen het eind van de winter en laag tegen het eind van de zomer). Dat vermindert namelijk het eutrofi?ings- en het botulismerisico en de 'verruiging' van de droge rietvelden aan de kant van de Vliet. De meeste vogelaars zijn zich kennelijk niet bewust van de risico?s van een lage voorjaars- en zomerwaterstand en willen liever altijd een lage waterstand en veel droogvallend slik, omdat dat (soms maar voor ?n dag of een paar dagen) bijzondere vogels aantrekt. Gelukkig vindt vrijwel niemand dat er teveel riet om de Vogelplas staat en vindt een kleine meerderheid van de oudere ?vogelaars en een flinke minderheid van de jongere ?vogelaars? dat er wel wat riet bijkan. Vooral aan de kant van de Kniplaan moet de oppervlakte ?nat riet? (dat het hele jaar door ?met zijn voeten in het water staat?) namelijk flink worden uitgebreid ten behoeve van de bijzondere water- en moerasbroedvogels waarvoor de Vogelplas is aangelegd. De Beheerscommissie wijt het nog steeds grotendeels ontbreken van Roerdomp, Bruine Kiekendief, Snor, Grote Karekiet en Baardmannetje als broedvogel in de Vogelplas vooral aan het achterblijven van de ontwikkeling van het grote natte rietveld langs de Kniplaan. Vrijwel niemand van de ge?qu?eerden vindt dat er teveel bomen en struiken om de plas staan; vooral de oudere ?vogelaars? en ?niet-vogelaars? vinden dat er wel wat bomen en struiken bijkunnen. Bij het beheer van de Vogelplas wordt er echter naar gestreefd de opslag van bomen en struiken in de rietvelden zoveel mogelijk tegen te gaan, omdat die opslag ten koste gaat van het biotoop van de bijzondere moerasbroedvogels waarvoor de Vogelplas is aangelegd. De verschillen in waardering tussen de verschillende categorie? voor de verschillende uitzichtmogelijkheden zijn deels wel verklaarbaar. Langs een groot deel van de Vlietoever onttrekken de droge rietvelden de plas aan het zicht en vooral ?s middags heeft men op de uitkijktoren last van de schittering van de laagstaande zon op het water van de plas. Dat de ?vogelaars? de uitzichtmogelijkheden in het algemeen minder waarderen dan de ?niet-vogelaars? heeft natuurlijk alles te maken met de (hogere) eisen die zij aan die uitzichtmogelijkheden stellen (dat je daarvandaan ook vogels ver weg op de plas goed moet kunnen determineren). Wat vooral gemist wordt rond de Vogelplas zijn bankjes. Vooral jongere ?vogelaars? hebben behoefte aan een bezoekerscentrum. Gezien de leeftijdsgrens (40 jaar) die bij het onderzoek moest worden gehanteerd kan het daarbij gaan om mensen met jongere kinderen, wat specifieke eisen aan de inrichting van een bezoekerscentrum zou stellen. De aanbevelingen van de Beheerscommissie op grond van dit onderzoek
LiteratuurSander Klinkhamer en Guido de Bont (2004). Project Recreatie Vogelplas Starrevaart. Stageverslag bij de Afdeling Milieubiologie van de Universiteit in opdracht van de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart. Leiden, 49 pp. + bijlagen. Groenservice Zuid-Holland (2005). Beheersplan Vogelplas Starrevaart. Schiedam, maart 2005, 49 pp. + bijlagen + kaartmateriaal. Vossen, K.J.I. en W.J. ter Keurs (1992). Kiezen voor delen. Beheersvisie op vogels en recreanten in de Vogelplas Starrevaart. Stageverslag bij de Afdeling Milieubiologie van de Universiteit in opdracht van de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart. Uitgave Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart c.a.. Leiden, 39 pp. + bijlagen. |
|