|
Slaapplaatstelling van grutto's2 april 2004
Tussen februari en eind april zijn op de Vogelplas Starrevaart veel grutto's aanwezig. Het gebied fungeert als verzamelplek. De soort komt vooral rusten. Kleinere aantallen foerageren ook wel in de ondiepe gedeelten van de plas. Al vaker zijn over dagdelen tellingen gedaan om inzicht te krijgen in het verloop. Op 27-3-2004 is door Willem Renema en Sjaak Schilperoort het dagpatroon van de grutto in kaart gebracht over de gehele daglichtperiode. Bij de telling is zoveel mogelijk onderscheid gemaakt tussen de twee ondersoorten die op de slaapplaats voorkomen, ssp. limosa die in Nederland broedt en ssp. islandica die op IJsland broedt. Ook is gelet op afvliegrichting. TelresultatenDe telomstandheden op 27 maart waren goed. Helaas ontstond er rond zonsopgang dichte grondmist. Hierdoor werden wel de wegvliegende vogels gezien maar was de slikplaat niet zichtbaar. Vanaf 7:30 uur was de mist weggetrokken. De rest van de dag was het koud en vrij zonnig, eerst windstil en de tweede helft van de dag een frisse ZW 3. De resultaten van de telling is hieronder weergegeven. In blauw is het totaal weergeven. Tellingen van de ondersoort limosa zijn in oranje weergeven.
Het verloop van de aantallen grutto's op de slaapplaats op 27 maart was vrij typisch voor het gebied. De vogels trekken in twee perioden vrij massaal weg naar de foerageergebieden, 's ochtends in het eerste uur na zonsopgang en 's middags twee uur voor zonsondergang. Nadat 's ochtends bijna alle vogels zijn vertrokken arriveren er ook alweer snel vogels op de slaapplaats, in groepjes van 2-10 vogels. Rond 11:00 uur zijn de meeste vogels aanwezig. Er wordt dan massaal gerust midden op de slikplaat die centraal in de plas ligt. 's Middags gaan steeds meer vogels foerageren. Tijdens de telling op 27-3-2004 nam het aantal foerageerders toe van 60 rond 12:00 uur tot 200 rond 15:00 uur. Rond 16:00 uur vertrekken de vogels weer. De vertrekpiek is dan heel scherp; in heel korte tijd vertrekken bijna alle vogels in groepen van 50-100 vogels. Er blijven nog enkele tientallen vogels in het gebied. Vlak voor het donker komen enkele honderden vogels weer binnenvliegen, in groepen van 10-50 vogels. Gedurende de nacht groeit het aantal vogels niet. Op 28 maart waren rond zonsopgang nog steeds zo'n 600 vogels aanwezig. Bij de telling op 27-3-2004 waren midden op de dag meer vogels aanwezig dan 's nachts. Dit is niet altijd het geval. Zo was het verloop op 10-3-2004 juist andersom: 1370 vogels hebben toen overnacht en midden op de dag schommelden de aantallen tussen de 200 en 500. Tussen de ondersoorten bestaat geen duidelijk verschil in gebruik van de slaapplaats, al zijn het vooral islandica die 's middags ook wel langs de rietkragen aan de noordkant foerageren. 's Ochtends blijken vooral de limosa's weg te vliegen en blijven vrijwel uitsluitend islandica 's over. Veel grutto's van ssp. islandica zijn geringd. Herkenning van vogels geeft wat meer informatie over het individuele gedrag van de vogels. Er zijn tijdens de telling verschillende geringde vogels gezien. Een overzicht van de waarnemingen (zie het ringoverzicht voor uitleg over notatie van de code):
DiscussieOpvallend is dat het merendeel van de vogels van de ondersoort islandica is. Deze ondersoort neemt in aantal toe. Met name het aantal vogels dat tijdens de trek Nederland aandoet neemt toe. Tegelijkertijd gaat de broedstand van de Grutto in Nederland achteruit. In Vlietland wordt al sinds 1970 geteld. Hierover is verslag gedaan in ondermeer het rapport "Vlietland 1970-1981". Toen fungeerde de Meeslouwerpolder, ten noorden van de Kniplaan, als slaapplaats. Het rapport beschrijft dat van half februari tot half maart hier 1200 - 1400 grutto's sliepen. In de laatste week van maart tot begin april trad een sterke afname af, als de broedvogels de omliggende polders opzochten. De polders in het gebied Leiden - Leidschendam - Zoetermeer - Koudekerk bevatten toen aan broedvogels ongeveer de helft van wat kwam slapen in de Meeslouwerpolder. Uit deze telling wordt meteen duidelijk dat er toen weinig tot geen IJslandse grutto's waren. Deze trekken namelijk vooral de tweede decade van april door. Het recente artikel over IJslandse grutto in Limosa 76 (2003) p. 103 vermeldt: "de piek langs IJssel en op het Wieringerwad ligt tussen 10 en 15 april". Dit klopt met de tellingen op de slaapplaats van de Vogelplas Starrevaart in 2003. In Vlietland destijds werd dit niet waargenomen. De afname van het aantal in de regio broedende limosa's komt - zij het wat minder duidelijk - ook naar voren uit de tellingen op de Vogelplas Starrevaart. In maart blijft het aantal limosa's onder de 1000 steken. Dit is lager dan het aantal van 1200-1400 vogels uit de periode 1970-1981. Door nauwkeurig op de ondersoorten te letten komt ook op de Vogelplas Starrevaart het leeglopen van de slaapplaats als de lokale broedvogels eind maart de broedgebieden opzoeken uit de tellingen naar voren. Op de telling 27-3-2004 waren zo'n 400 limosa's aanwezig. Een telling op 1-4-2004 leverde 120 limosa's op (en 1140 IJslandse grutto's). VragenDe telling laat een aantal vragen open. Beantwoording hiervan kan niet door alleen op de slaapplaats op de Vogelplas Starrevaart te tellen. Soortgelijke tellingen in foerageergebieden en op andere slaapplaatsen kan dit mogelijk ophelderen.
|
|