| Vogels die een trommelrem nadoendoor Erik de Boer De kijkhut 'Vogelknip' op de Leidschendamse vogelplas Starrevaart ging vorige week dicht voor het publiek. Dat blijft waarschijnlijk nog wel een maand zo. Terwijl er juist nu bij het kijken naar vogels veel te beleven valt. Een ingenieur licht de sluiting toe, een bioloog vertelt wat we allemaal missen. LEIDSCHENDAM - De vogelkijkhut ligt enige tientallen meters in de plas. Een dijkje met planken erop en een palissade erlangs vormt de toegang. De palissade is om je aan de blikken van de argwanende vogels te onttrekken en de planken zijn er om niet weg te zakken in de blubber van het dijkje. Vorige week bleek ineens de grond onder de planken weggeslagen te zijn. Zodat nietsvermoedende recreanten bij een misstap ten val zouden kunnen komen. Ingenieur Maaike Dijkstra van de Groenvoorziening Zuid Holland (GZH) legt ter plaatse uit dat het wel een week of vier kan duren voordat de kijkhut weer opengaat. "Er moeten een soort damwanden worden geslagen. Daartussen komt dan nieuwe grond. We pakken het direct goed aan, want anders zitten we binnen de kortst mogelijke tijd weer met verzakkingen." Bioloog Wim ter Keurs heeft alle begrip voor de reparatie, maar is er niet blij mee dat het zo lang moet duren. Want volgens hem wordt de vogelobservatiehut zeer intensief gebruikt. "Naast vogelaars komen er ook zeer veel normale mensen", zegt hij. En lacht als het tot hem doordringt dat hij met die uitspraak de vogelaars in een wat merkwaardig daglicht stelt. 'Kijkcijfers' kent hij niet precies, maar hij heeft ervaren dat er gedurende alle jaargetijden, onder alle weersomstandigheden en dan vooral in de weekeinden maar ook door de week altijd mensen in de hut aanwezig zijn of rond de plas lopen. "Zo weet ik, dat menig Leidschendammer zich, vanwege deze observatiehut, een kijker en een boekje over vogels heeft aangeschaft." Recreanten en vogels blijken elkaar rond de Starrevaardersplas onder strikte voorwaarden in goede harmonie te verdragen. Daarom is de plas van groot belang. Ter Keurs legt uit dat er zelfs sprake is van internationaal belang. Dat doet zich voor, als tenminste ?n procent van een bepaalde vogelsoort zich ophoudt in een bepaald gebied. In de vogelplas Starrevaart blijken dat de smient, de krakeend, de lepelaar en de kleine zwaan te zijn. Tijdens de rondleiding op het paadje rond de plas laat Ter Keurs niet na te wijzen op de bijzondere vogels. "Als je hier ergens een fiets met trommelremmen hoort waarvan je de trappers stilhoudt dan is dat de snor", zegt hij. "Die doet tssssrrrr, tssssrrr. De snor is een redelijk zeldzame broedvogel, net zoals de bruine kiekendief." Hij heeft het nog niet gezegd of vlak voor onze ogen wordt een bruine kiekendief ruw aangevallen door een visdiefje. "Territoriumstrijd h?uot;, zegt de bioloog vertederd. SlikplaatMidden in de plas is een soort oeververdediging aangelegd. Die bestaat uit een lange zandbuis, ingeklemd door houten poortjes om haar op de plaats te houden. Dat is om te voorkomen dat de golfslag, veroorzaakt door de zuidwestenwind, het slik van de slikplaat in de plas wegspoelt. Want het luistert allemaal erg nauw als het om vogelplassen gaat. Er dient ruim, open water te zijn. Met een diepte van nauwelijks een meter tot enkele plekken van twee tot drie meter diep. Met een slikkig gedeelte dat af en toe droogvalt. Overjarig riet rondom. Voldoende afstand tussen mens en vogel om verontrusting te voorkomen. Verder nog wat kenmerken van moerassig gebied en bijvoorbeeld een aardigheidje voor de vogels zoals een schelpeneilandje. Want hoe rustiek ook, de Starrevaart werd ooit ontworpen op de tekentafel. Als compensatie voor het natuurverlies dat in de jaren '60 ontstond door de ontzanding van de naastgelegen Meeslouwerpolder. Hoe goed de ontwerpers erin zijn geslaagd de natuur na te maken bleek een paar jaar terug toen de wel zeer bijzondere en uiterst zeldzame breedbekstrandloper de plas aandeed. Goed. E? keertje maar. Toch was het genoeg om de vogelaars van heinde en verre naar de Starrevaart te doen afreizen. Zwart kontje"Een krakeendenechtpaar", roept Ter Keurs plotseling met niet te beteugelen enthousiasme en reikt ons de kijker. "Het mannetje heeft een zwart kontje en is minder kleurig als een normale woerd." Na verwoed turen zien we ze zwemmen langs het riet. En dan geeft Ter Keurs een staaltje van hogeschoolvogelarij: binnen een halve minuut signaleert hij vijftien min of meer bijzondere vogels waaronder grutto, grauwe gans, brandgans, tafeleend en nijlgans. "En ik zie nog niet eens de kleine karekiet, de groenling en de winterkoning. Ik h?r ze wel." Honderden soorten vogels waaronder ruim zestig soorten broedvogels onder de rook van de agglomeratie. Ze zijn over enige weken weer zonder 'verontrusting' waar te nemen vanuit de kijkhut 'Vogelknip' aan de Starrevaartplas. Nu trouwens ook vanaf het wandelpad rondom de plas. Maar dat is een stuk minder leuk. Uit: Haagsche Courant, 2 juni 2003 |
|