|
Drukte op de Vogelplas StarrevaartLEIDSCHENDAM - Op de Vogelplas Starrevaart is een steeds unieker wordende populatie vogels te vinden. Zo kunnen er bijvoorbeeld Geoorde Futen en Rosse Stekelstaarten (een soort eend) worden gezien en is het aantal Lepelaars sterk toegenomen. Veel vogelaars, maar ook passanten op de fiets nemen een kijkje in de vogelobservatiehut aan de rand van de plas. Als de wind goed staat, hoor je niets van de nabijgelegen snelweg en vergeet je dat je in de dichtbevolkte Randstad zit.
Vorig jaar had de vogelobservatiehut nogal te lijden van vandalen. Delen van de hut werden vernield en er was zelfs sprake van brandstichting. Nu is het er, afgezien van graffiti op de muren, rustig en zelfs gezellig. "Het leuke is dat deze hut niet alleen door verstokte vogelaars wordt bezocht, maar ook door 'gewone' mensen. Ik was aanvankelijk bang dat het niet zou klikken tussen de vogelkijkers, soms toch vrij eenkennige personen, en bijvoorbeeld gezinnen. Maar dat gaat heel goed. Kinderen mogen vaak even meeturen door de telescoop van een vogelaar." Aan het woord is Wim ter Keurs (60), verstokt vogelaar en vice-voorzitter van de beheerscommissie Vogelplas Starrevaart. "Ik ben een luxe-vogelaar hoor, ik kom hier vooral in de vakantie of in het weekend. Maar collega's van mij houden serieuze tellingen. In het broedseizoen, van maart tot en met juni, telt Sjaak Schilperoort hier bijvoorbeeld elk weekend van vier tot negen uur 's ochtends de vogels." Gouden wangenAf en toe onderbreekt Ter Keurs het gesprek voor een blik door zijn kijker. "Kijk, daar gaat een Geoorde Fuut". Te zien is een klein bruin vogeltje met knalrode ogen en goudkleurige sierveren op zijn wangen. "Van dit beestje hebben we op de plas zo'n tien procent van de landelijke populatie." Ook bijzonder zijn de lepelaars, grauwe ganzen (sterk stijgend in aantal) en aalscholvers. De laatste, spookachtige zwarte vogels, kunnen uren achtereen roerloos op de palen in de plas zitten. ZandwinningDe aanleg van de Starrevaartplas - 30 hectare open water - begint zijn vruchten af te werpen. In 1987 werd met de aanleg begonnen ter compensatie van de verdwenen Meeslouwerpolder. In de Meeslouwerpolder was men in de zeventiger jaren nog niet aan zandwinning toegekomen en daardoor was daar een vrij uitgebreid vogelgebied ontstaan. Toen de zandwinner in Vlietland ook daar aan de slag wilde, dreigde dit verloren te gaan. Ter Keurs: "De bedoeling was dat de Vogelplas er al zou liggen voordat de zandwinning van start zou gaan. Dat is niet gelukt, dus begin jaren '90 was het aantal vogels even dramatisch gedaald. Nu trekt dat weer aan." De beheerscommissie heeft een aantal doelstellingen met de plas. Ter Keurs: "We willen het aantal zeldzame vogels, dat vroeger in de Meeslouwerpolder broedde, weer op het oude peil krijgen." Of dat lukt is nog niet te zeggen, de aantallen fluctueren nog te sterk. Daarnaast moet het aantal zogenaamde ?nprocentssoorten op peil gehouden worden. Dat zijn vogelsoorten waarvan regelmatig minimaal ?n procent van de wereldpopulatie op de Starrevaart voorkomt. Voor die vogels is deze vogelplas van internationaal belang. Ter Keurs somt op: "'s Zomers gaat het daarbij tegenwoordig om de Lepelaar en in de herfst en de winter om Smient en de Kleine Zwaan. Dan dobberen er overdag duizenden smienten op de plas, die er 's avonds weer uitvliegen om voedsel te gaan zoeken op de graslanden in de omgeving. 's Morgens komen die dan weer terug op de plas. Bij de Kleine Zwaan gaat het precies andersom; die slapen 's nachts met een paar honderd op de plas en vliegen er voor de ochtendschemering weer uit om in de omgeving voedsel te gaan zoeken. "
Toch blijft het evenwicht wankel. Twee jaar geleden was er een uitbraak van botulisme, mede veroorzaakt door de uitwerpselen van al die vogels. Ter Keurs: "In het winterhalfjaar komen hier tienduizenden vogels slapen ? poepen, die elders voedsel hebben gezocht. Daardoor raakt de plas overbemest en ontstaat er in de daarop volgende zomer massale algenbloei. Als dat dan afsterft, onttrekt dat heel veel zuurstof aan het water. En warm en zuurstofloos water is een prima uitgangssituatie voor het ontstaan van botulisme. Dat is een infectieziekte waarvan vooral vogels massaal het slachtoffer worden. Dit jaar is het risico kleiner, omdat het water in beweging blijft doordat er doorstroming is vanuit de Meeslouwerplas." Op dit moment is het rustig op de plas, de broedperiode is voorbij en de vogeltrek is nog niet begonnen. Ter Keurs: "Maar binnenkort gaan de eerste vogels weer terug naar het zuiden. Dan krijgen wij hier steltlopers die in het hoge noorden broeden en hier op de trek even blijven of hier overwinteren." Uit: "Groot Voorschoten" - dd. 7 augustus 2001 |
|