Home
English
Introductie
Nieuws
Logboek
Ringen
Avifauna
Excursie
Kalender
Rapporten
Tellen
Pers
Politiek
Beheer
Gastboek
Links


Beter twaalf jaar te laat dan nooit:

Aanleg tweede fase Vogelplas Starrevaart eindelijk gestart

LEIDSCHENDAM - Op vrijdagmiddag 24 februari groef Lynde Blok, gedeputeerde voor Groen in Zuid-Holland het eerste gat in het weiland grenzend aan de huidige vogelplas Starrevaart. Het was de openingshandeling van de aanleg van de laatste fase Vogelplas Starrevaart. De 17 hectare grote vogelplas die er sinds 1987 ligt, krijgt er dit jaar 43 hectare bij. Maar zal de nieuwe vogelplas net zo vogelrijk worden als de voor zandwinning opgeofferde Meeslouwerpolder?

door Idde Lammers

De aanleg van de Vogelplas Starrevaart is eigenlijk een goedmakertje met een lange geschiedenis. Begin jaren `70 was er een grote behoefte aan zand. De Hofpolder en Spekpolder werden afgegraven en op die plek ontstond het Recreatiegebied Vlietland. Maar tijdens de voorbereidingen voor het ontzanden van de Meeslouwerpolder (tussen recreatiegebied Vlietland en de Kniplaan) verminderde de vraag naar zand sterk. Besloten werd het gebied voorlopig met rust te laten. De natuur greep haar kans en binnen afzienbare tijd broedden er meer dan 80 vogelsoorten, waaronder zeldzame als roerdomp, waterral, porseleinhoen, baardmannetje en dodaars. Voor slobeend, smient, watersnip en kleine zwaan was het gebied zelfs van internationale natuurbetekenis. Meer dan 1 procent van de totale Europese populatie overwinterde in de Meeslouwerpolder.

Vertraging

En toen groeide de vraag naar zand weer. Het bijzondere waterwild-gebied zou ontzand gaan worden. De vogelwerkgroep Vlietland en de Werkgroep Milieubeheer Leiden verzetten zich sterk tegen de plannen. Uiteindelijk werd overeengekomen dat er in 1983 een nieuwe vogelplas zou zijn. Als dan in 1985 begonnen zou worden met het ontzanden van de Meeslouwerpolder, dan hadden alle watervogels twee jaar de tijd gehad om te `verhuizen'. Het plan was goed alleen de uitvoering liep wat vertraging op. De vogelplas die er in 1983 had moeten zijn wordt nu pas in totale omvang aangelegd. "Beter laat dan nooit", vertelt Wim ter Keurs, vice voorzitter van de Beheers Commissie Vogelplas Starrevaart en vertegenwoordiger van de particuliere natuurbescherming in de commissie. In zijn toespraak benadrukte hij hoe moeilijk het is om natuur te compenseren.

Lynde Blok plaatst de Vogelplas Starrevaart in een groter kader. "De plas is een belangrijke verbindingsschakel in de groene, recreatieve strook tussen Leidschendam en Leiden. Daarnaast vormt het een ecologische verbinding tussen de duinen, landgoederen en polders tussen Den Haag en Leiden enerzijds en het Groene Hart aan de andere kant van Rijksweg A4."

De kosten voor de aanleg van de tweede fase, fl 2.250.000,- komen voor rekening van de provincie Zuid-Holland. Het beheer en onderhoud is in handen van een speciale commissie. In de commissie zitten vertegenwoordigers van de provincie, de gemeente Leidschendam, de particuliere natuurbescherming en de Groenservice Zuid-Holland. Nooit eerder werd een gebied in Zuid-Holland door zo'n diverse `club' bestuurd. Maar de samenwerking tussen overheid en private partijen werkt bij de Vogelplas Starrevaart prima; zo verklaren alle partijen volmondig.

Ook Mieke Span, wethouder in Leidschendam is bij de start van de laatste fase aanwezig. Ze geeft toe dat ze nog niet zoveel verstand heeft van de natuur, maar dat haar interesse de afgelopen tijd sterk is gegroeid. De toekomstige ontwikkeling met betrekking tot de Vogelplas Starrevaart zullen door haar nauwlettend in de gaten worden gehouden. Zij vindt de vogelplas ook van groot belang voor natuurminnende recreanten. Langs de plas zal een voetpad worden aangelegd en aan de kant van de snelweg komt een fietspad en in ieder geval een vogelkijkhut. Dit zal een ideale plek zijn om de vele duizenden voedselzoekende, broedende en overwinterende vogels te observeren, Ook worden de mogelijkheden bekeken voor de bouw van een bezoekerscentrum. Natuurgidsen gaan in de toekomst excursies verzorgen.

Bedreigingen

Voorlopig is de vogelplas nog niet voor publiek toegankelijk. De plas is daar nog te klein voor, vogels dobberen bij het zien van mensen het liefst een stukje van de kant, maar in de huidige situatie zwemmen ze dan naar mogelijke bedreigingen aan de andere oever. Pas als de plas zijn volledige omvang van 60 hectare heeft, zullen de vogels zich op het midden van de plas in veiligheid kunnen stellen of zich verschuilen in de dikke rietkragen. Daarnaast nadert het broedseizoen, waardoor verstoring extra grote gevolgen kan hebben. Op de vraag of de graafwerkzaamheden nadelige invloeden voor de broedende weidevogels en watervogels zal hebben is Ter Keurs duidelijk: "Het zou te gek voor woorden zijn als je een vogelplas aanlegt die aan daarbij reeds aanwezige soorten belet te broeden. Met de aannemer Grond en Zand Exploitatie Mij. Rijnland BV is een strak werkplan opgesteld. Als men zich daar aan kan houden is de verstoring minimaal."

Na het gebruikelijke hapje en drankje verlaten alle genodigden het beheerskantoor bij de vogelplas. Op het water dobberen grofweg 4000 smienten. "Die hebben de Meeslouwerpolder kunnen vergeten", vertelt ?n van de gasten. Maar het antwoord op de vraag of ook gevoelige soorten als waterral, sprinkhaanrietzanger en snor genoegen zullen nemen met de `nieuwe natuur' zal pas in de toekomst beantwoord kunnen worden.


Uit: "Het weekblad - regio Leidschendam" dd. 8 maart 1995