| Duiker spec., 23 november 2002Op 23 november 2002 is door Martin Peters een duiker gezien die hij onmiddelijk herkende als afwijkend van Roodkeelduiker. Hij komt tot de conclusie zeer waarschijnlijk een juveniele Geelsnavelduiker te hebben gezien. De locatie was ten noorden van het veld met de Schotse hooglanders, vissend langs de noordoever. Een zoekactie aan het eind van de dag leverde wel 2 eidereenden (!) op maar geen duiker. On 23 november 2002 Martin Peters observed a loon that he immediately recognised as something different than a red-throated loon. His conclusion was that it was most probably an immature white-billed diver. Location was north of the field with Highland Cattle. A search action at the end of the day produced 2 eiders (!) but no loon. Hier de beschrijving van Martin: "Vandaag tijdens het snoeken op het vlietland gezien: een 1e zomer man
eidereend, een brilduiker man, diverse dodaarsjes en een vermoedelijke
geelsnavelduiker. Ik las dat er gisteren een roodkeelduiker was waargenomen en
heb tijdens het vissen naar deze vogel uitgekeken maar kon hem niet vinden
totdat plotseling tijdens het vissen een duiker opdook op nog geen 20 meter van
mijn boot. Het beest bleef rustig liggen en ik had de tijd mijn verrekijker te
pakken. Ik heb al diverse keren roodkeelduikers gezien maar deze vogel had
duidelijk een forsere snavel. Natuurlijk geen vogelboekje bij me dus kenmerken
onthouden dan maar. De vogel had net als de roodkeelduiker de snavel wat omhoog
gericht en de ondersnavel was duidelijk groter en breder dan de bovensnavel.
Kleur snavel was gelig. N thuis met het vogelboek erbij kan ik zeker zeggen dat
het zeker geen roodkeelduiker was. Ook geen parelduiker want de snavel was
forser. Volgens mij heb ik een juveniele geelsnavelduiker gezien. 80% zeker." En een later bericht: "Ik heb de vogel van dichtbij gezien door de verrekijker en het eerste wat mij aan de vogel opviel was de zware ondersnavel. Dat was echt het eerste wat ik dacht toen ik naar de vogel keek. Die “kinnebak” was zo opvallend dat ik meteen dacht: Dit is geen roodkeelduiker want die hebben een veel dunnere en sierlijkere snavel. Ikzelf dacht op dat moment aan een parelduiker hoewel ik die slecht 1 keer eerder en op grote afstand gezien had. De ondersnavel was in mijn herinnering ook langer dan de bovensnavel. Ik heb er intussen al mijn vogelboeken op nageslagen en ik kan 1 ding zeker zeggen: het was geen roodkeelduiker en ook geen parelduiker. Als ik vanaf de tekeningen zou moeten zeggen wat ik gezien heb zou ik 80% zetten op een juveniele geelsnavelduiker en 20% op een juveniele ijsduiker. In mijn herinnering was de bovensnavel licht “hol” in plaats van voorover gebogen. De vogel had ook geen ronde maar een afgeplatte kop." |
|