|
Wintertaling - Anas crecca
De Wintertaling komt vooral in het winterhalfjaar op de Vogelplas Starrevaart voor, van september tot en met februari. De aantallen lopen op tot boven de 100 ex., en de laatste jaren af en toe boven de 200 ex.. In vergelijking met de Meeslouwerpolder is dat niet veel. Daar werden aantallen tot boven de duizend geteld, zoals 1500 ex. op 5-10-1979. Oorzaak van de geringere aantallen in de Vogelplas is het ontbreken van slikkige randen en voldoende dekking. Bij de aanleg van de eerste fase van de Vogelplas in 1987 is juist het diepere gedeelte gerealiseerd. Voor de Wintertaling, die juist erg ondiep water prefereert, was dit minder geschikt als foerageer- en rustgebied. Het begroeid raken van het terrein heeft wel geleid tot een lichte toename, vooral tijdens de najaarstrek. Na voltooiing van de plas in 1995 nemen de aantallen toe tot 300 ࠴00 ex..
In de Meeslouwerpolder verliep de najaarstrek vaak in twee trekgolven, een in september-oktober en een in december. Dit beeld komt in sommige jaren ook uit de waarnemingen op de Vogelplas Starrevaart naar voren. De kleinere trekgolf in april ontbreekt.
In de Meeslouwerpolder was de Wintertaling geen talrijke broedvogel. Evenmin is dat op de Vogelplas het geval. De soort heeft alleen in 1988 en 1989 gebroed.
|
|