De Watersnip is ?n van de soorten die in de Meeslouwerpolder
jaarlijks de 1%-norm bereikte. De 1%-norm bedroeg toen 1000 ex.. De
aantallen in de Meeslouwerpolder stegen in het najaar tot boven de
1000 ex. en bereikten in oktober, als de plas gedeeltelijk droogviel
en grote slikvlakten ontstonden, soms zelfs de 5000 ex.. Op de
Vogelplas Starrevaart worden deze aantallen bij lange na niet
gehaald. De oorzaak is vooral gelegen in het feit dat langs de randen
rond de plas erg weinig slik te vinden is.
In de eerste jaren na de aanleg van de eerste fase van de Vogelplas
waren de randen nog schaars begroeid. De aantallen lagen toen tijdens
de najaarstrek rond de 100 tot 250 ex.. In de latere jaren raakten de
randen begroeid, en werden die aantallen niet meer bereikt. In 1995 en
1996 was er weer veel slikrijk terrein, na de voltooiing van de aanleg
van de Vogelplas in 1995. Maxima van 400 ex. werden gehaald, op
1-9-1995 en 12-10-1995. In 1997 was de waterstand het hele jaar vrij
hoog, en de aantallen Watersnippen daardoor weer laag.
De Watersnip kan het hele jaar worden gezien, maar komt vooral in
september en oktober in grotere aantallen voor. Gerichte trek wordt
niet veel gezien.
grotere aantallen
17-9-1988
250 ex.
15-10-1995
300 ex.
2-9-1990
300 ex.
1-9-1996
400 ex.
23-9-1990
250 ex.
12-10-1996
400 ex.
Watersnip in Leidschendammerhout, 9-8-2006 (Foto ? Sytze
Jongma)