|
Waterpieper - Anthus spinoletta
Tot 1997 werd de Waterpieper spaarzaam gezien in het winterhalfjaar. Vanaf 1997 nam het aantal waarnemingen fors toe en was de soort de gehele winter in het gebied aanwezig. In 1999 werd een slaapplaats ontdekt bij de Kniplaan. De Waterpieper arriveert in oktober, met als vroegste waarneming 6-10-1993. De soort is tot in april aanwezig. De vogels zijn dan in het mooie zomerkleed te zien. De laatste waarneming is 22-4-1999.
De Waterpieper is op de Vogelplas Starrevaart te vinden op pas gemaaide rietpercelen (indien aanwezig), in slootranden en in natte rietkragen. Het luid roepend op vrij grote hoogte in grote cirkels rondvliegen en op enige afstand in rietkragen wegduiken is diagnostisch voor de soort. De grootste aantallen worden 's avonds en vooral 's ochtends gezien, bij het aan- en afvliegen van de slaapplaats. De vogels slapen vanaf 1999 in het riet aan weerszijde van de uitkijktoren op de Kniplaan. In latere jaren concentreerde de slaapplaats zich in het moeras in het wilgenbos oost van de uitkijktoren. In 2006 werd ook geslapen in het riet aan de westzijde van de Vogelplas. Vogels uit de wijde omgeving komen op de slaapplaats af, met aantallen die kunnen oplopen tot een maximum van 67 ex. op 25-1-2004. De herkomst van al deze slapers is niet bekend, maar overdag zijn vaak veel vogels aanwezig in de Knippolder, in het drassige land achter de Knipmolen.
Laatste revisie: september 2006
|
|