Juveniele Oeverloper bij de kijkhut, 16-8-2006 (Foto ? Ren?
de Kleijn)
De Oeverloper doet tijdens de voorjaarstrek en de najaarstrek
Vogelplas Starrevaart aan. De voorjaarstrek is daarbij het sterkst,
dit in tegenstelling tot de Meeslouwerpolder waar de aantallen in het
najaar juist het grootst waren. De soort arriveert doorgaans in de
tweede helft van april. De waarneming op 14-3-1988 viel zeer
vroeg. Half september is de soort weer verdwenen, met een erg late
waarneming van 1 ex. op 22-10-1995.
De soort is niet afhankelijk van slikvelden, maar komt ook voor op de
dijken rond de plas en op de buizen die tot 1995 de noordoostdijk en
later de slikplaat bescherming bieden tegen golfslag. Toch zijn de
aantallen het grootst in de jaren dat het oppervlak aan slik het
grootst was, namelijk vlak na de aanleg van het eerste deel van de
Vogelplas in 1988 en na voltooiing van de Vogelplas in 1995.
De Oeverloper trekt vooral 's nachts is derhalve niet zichtbaar. Een
uitzondering was 16-5-1988, toen 34 ex. werden geteld die bij het
vallen van de avondschemer rond gingen vliegen en in het donker
vertrokken.
jaaroverzicht
'88
'89
'90
'91
'92
'93
'94
'95
'96
'97
Totaal
Eerste
14-3
30-4
26-4
12-4
26-4
5-5
23-4
30-4
14-4
26-4
14-3
Laatste
15-9
25-9
23-9
1-9
13-9
1-8
18-9
22-10
22-9
21-9
22-10
grotere aantallen
14-5-1988
15 ex.
2-8-1990
22 ex.
16-5-1988
34 ex.
19-5-1996
15 ex.
29-7-1990
16 ex.
Oeverloper,
10-6-2006
Juveniele Oeverloper,
8-9-2004
Oeverloper in de winter. Het betreft een eerste winter-vogel
die gezien de witkleuring op de verse dekveren in slechte conditie
verkeert,
10-12-2005