De Nijlgans is een exoot die al langere tijd langzaam in aantal
toeneemt in Nederland. De soort is algemener op de Vogelplas
Starrevaart dan destijds in de Meeslouwerpolder. De Nijlgans
prefereert als broedgebied parkachtige landschappen en gebieden met
wilgenmoerassen.
Vanaf 1992 broedt de soort met jaarlijks 1 ࠲ paar
in de Meeslouwerpolder. Vanaf 1993 broedt de soort ook in toenemende
aantallen in de Vogelplas Starrevaart. In de eerste jaren ging het om
enkele broedparen, de laatste jaren is de soort toegenomen tot 13
broedpaar.
De Nijlgans wordt het hele jaar gezien. In de nazomer, vooral
september, zijn de aantallen het grootst. De soort gebruikt het gebied
dan als slaapplaats. In 1997 groeide deze slaapplaats tot 300 vogels.
grotere aantallen
20-9-1997
300 ex.
16-9-2000
342 ex.
19-9-1999
353 ex.
16-9-2001
337 ex.
25-9-1999
410 ex.
13-10-2001
340 ex.
Broedende Nijlgans, 12-4-2002 (Foto ? Roland
Groenen)
Nijlgans in de vlucht, 25-9-2005 (Foto ? Mike
Melis)
Op 16 en 18-5-2005 verbleef een afwijkende nijlgans, met bleke hals,
zonder donkere vlek op de kop en met een geheel oranjeroze snavel met
donkere punt. Dit is vermoedelijk een kruising tussen een Nijlgans en
een grauwe gans. Op 18-5-2005 was de vogel gepaard met een Nijlgans.