De Kleine Karekiet nam als broedvogel explosief toe met het uitgroeien
van de rietvelden in de Vogelplas Starrevaart. In 1989 vestigde de
soort zich met 2 paar als broedvogel. Jaarlijks groeide het
broedbestand gestaag, tot een maximum van 85 paar in 1995. Met de
voltooiing van de aanleg van het gebied zijn enkele oude rietpercelen
langs de tijdelijke noordoostelijke kade afgegraven. In 1996 hebben
er toen minder Kleine Karekieten gebroed. In 1997 is een oud
rietperceel gemaaid, terwijl het jonge riet nog nauwelijks als
broedplaats geschikt was. Dit gaf een verdere, maar ongetwijfeld
tijdelijke, afname van de broedstand te zien.
Kleine karekiet, juli 2000 (Foto ? Bert
Zaalberg)
De soort arriveert eind april, en wordt behoudens een enkele
oktoberwaarneming tot eind september nog gezien.