De Graspieper is een jaargast. In de grafiek vallen twee pieken in het
voorkomen van de soort op de Vogelplas op: de voorjaarstrek in de
tweede helft van april, en de najaarstrek in september en
oktober. Tijdens de trektijd worden ook veel Graspiepers verblijvend
gezien. In de winter zwerft de soort in groepen over het terrein,
waarbij in de vroege jaren vooral het SBB-terrein met jonge aanplant
in trek was.
De soort broedt in afnemende aantal in het gebied, vooral in de
graslanden en in de ruigtes die ontstaan door het afgraven van
grond. Na de voltooiing van de Vogelplas heeft de soort niet meer in
het gebied gebroed.