|
Gele Kwikstaart - Motacilla flava
De Gele Kwikstaart was in de eerste jaren een gewone verschijning rond de Vogelplas. Vooral de jonge aanplant direct grenzend aan de plas vormde een geliefde broedplaats, met in de eerste twee jaar 6 en 7 broedgevallen. In de jaren daarna werd nog tweemaal gebroed, beide malen in de ruigte die op was gekomen na afgravingen in het gebied. Na 1991 heeft de soort enige tijd niet meer in het gebied gebroed. Na voltooiing van de Vogelplas was de soort weer present, in 1995 en 1996.
In het voorjaar trekt de soort vooral tussen half april en half mei door. Verschillende ondersoorten kunnen dan tegelijkertijd aanwezig zijn, zoals op 15-4-1988: (3 man en 2 vrouw Gele, 4 man en 3 vrouw Noordse en 1 man Engelse Kwikstaart) en 15-5-1988 (naast 11 doortrekkende Gele Kwikstaarten ook 4 verblijvende waarvan 2 man Noordse Kwikstaart). De najaarstrek is van half augustus tot in september, de laatste waarnemingen vallen in oktober.
|
|