|
Verslag van eerste big day Leidschendam-Voorschoten op 9 mei 200410 mei 2004 Er zijn soms van die dagen dat alles meezit. Dat zijn van die dagen, dat alle gewone vogelsoorten zich laten zien of horen en dat er ook de nodige bijzonderheden voorbijkomen. Meestal zijn die dagen in het begin van mei. De standvogels zijn dan net begonnen met broeden en zingen nog volop en de doortrekkers zijn dan nog niet allemaal weg. De kans om de meeste vogelsoorten op ?n dag te zien is daarom begin mei het hoogst. Bij een Big Day is het de bedoeling om zoveel mogelijk soorten binnen een bepaald gebied, binnen een bepaalde tijd waar te nemen. Wij hadden voor deze eerste Big Day gekozen voor een gebied, dat de gemeentegrenzen van Voorschoten, de gemeentegrenzen van Leidschendam en de 4 grote puinheuvels van het Buytenpark in Zoetermeer bevatte. Dit hele gebied mocht bekeken worden tussen 6.00 uur ?s ochtends en 16.00 uur ?s middags. Deze gebiedsbeperking maakt het extra spannend omdat het in dit gebied moet gebeuren. Zou die lepelaar vandaag in de Starrevaart zitten? Waar broedt hier nog een ringmus? Of het nou aan moederdag lag of aan onwetendheid of aan dagen met slecht weer die aan 9 mei vooraf gingen, het aantal deelnemers lag niet erg hoog. Helaas, ik hoop dat dit stukje inspirerend werkt en dat volgend jaar meer mensen het aandurven om de uitdaging aan te nemen. Hier volgt verder het verslag van het winnende team: Wouter Plomp en Wouter Teunissen. (87 soorten): We zijn om 6.00 uur exact op de Starrevaart bij de uitkijktoren begonnen. Eerst even vlug over de plas kijken, omdat de vogels, die er overnacht hadden al aan het vertrekken waren. Het viel ons meteen op dat er weinig steltlopers aanwezig waren. KIEVIT, KLUUT, GRUTTO, WULP, ZWARTE RUITER, TURELUUR, SCHOLEKSTER, OEVERLOPER, maar geen andere soorten. We besloten om snel de overige aanwezige soorten te tellen en ?s middags terug te komen om te kijken of er inmiddels wat trek van steltlopers was geweest. De eenden: KNOBBELZWAAN (40), GRAUWE GANS, (KOLGANS (1)), (BRANDGANS), (GROTE CANADESE GANS), (INDISCHE GANS), (NIJLGANS), BERGEEND, TAFELEEND, KUIFEEND, KRAKEEND, SMIENT, SLOBEEND, WILDE EEND, ZOMERTALING, WINTERTALING. Verder nog: AALSCHOLVER, WATERHOEN, MEERKOET, KOKMEEUW, STORMMEEUW, ZILVERMEEUW, KLEINE MANTELMEEUW, VISDIEF, ZWARTE KRAAI, en de zangvogels in het riet: BLAUWBORST, KLEINE KAREKIET, RIETZANGER, RIETGORS, SPREEUW. Hierna hebben we eerst het bosje achter de uitkijktoren beluisterd. We liepen een rondje, langs de parkeerplaats weer terug naar de uitkijktoren. Wederom zangvogels: KOEKOEK, GROTE BONTE SPECHT, WINTERKONING, TUINFLUITER, ZWARTKOP, TJIFTJAF, FITIS, MEREL, HEGGENMUS, PIMPELMEES, KOOLMEES en een SNOR die vanuit het rietveld in het bosje constant zijn snorrende roep liet horen. Er vloog hier ook nog een LEPELAAR, een (HALSBANDPARKIET) en twee HOLENDUIVEN over en op het parkeerplaatsje zat nog een BLAUWE REIGER. Bij de fietsen teruggekomen kwamen we Sjaak Schilperoort tegen. Hij was bezig met een broedvogelinventarisatie en had die ochtend al wel een witgatje gezien en een bosuil in Voorschoten gehoord. We moesten verder, maar niet voordat we die vier voorbijvliegende OVERZWALUWEN en een KAUW op onze lijst aangevinkt hadden. Een stukje wandelen langs de vlietzijde van de Meeslouwerplas (deel van Vlietland, dat aan de Kniplaan ligt) leverde op: FUUT, KLEINE PLEVIER, EKSTER, HOUTDUIF, TURKSE TORTEL, BOERENZWALUW, GIERZWALUW, WITTE KWIKSTAART, GRASMUS, NACHTEGAAL, ROODBORST, STAARTMEES, VINK. Inmiddels zaten we op 63 soorten en was het 7.30 uur, waar konden we nu naartoe gaan? Welke soorten misten we nog? Steltlopers, maar daar zouden we ?s middags voor terugkomen. Sprinkhaanzanger? Goed, die zit langs de westzijde van de Starrevaart. Misschien kunnen we daar ook nog wel een baardmannetje horen. We hebben er even op moeten wachten (zo?n 10 minuten) maar toen zong de SPRINKHAANZANGER. Daar vloog een VLAAMSE GAAI en daar liep?SJAAK SCHILPEROORT. We zijn hem die ochtend een keer of tien tegengekomen en telkens had hij wel weer iets extra?s gezien. Nu had hij weer een ijsvogel. Sorry Sjaak, we moeten weer verder. De zuidrand van de Starrevaart, normaal altijd wel goed voor een groenpootruiter of witgatje leverde niks nieuws op. ?Laten we de hekjes langs het fietspad richting Leidschendam proberen op tapuit en paapjes. Vorig jaar zat aan het begin van Leidschendam ook nog een zwarte roodstaart?. Het Leidschendammerhout (Bosje ten zuiden van de plas) leverde ZANGLIJSTER, bij de manege zagen we HUISMUS en dacht Wouter (een van ons) een putter te zien, helaas zag Wouter hem niet dus telde hij niet. We zouden toch nog genoeg putters tegenkomen dus we hoefden hier nu niet extra aandacht aan te besteden?(We hebben de rest van de tijd geen putter meer gehoord of gezien). Ook de paapjes, de tapuiten en de zwarte roodstaarten lieten van zich afweten. Er was geen trek van zangvogels, daardoor konden we ook geen ?zekere? soorten als gele kwikstaart, graspieper en boompieper waarnemen. Wel leverde dit fietspad nog GROENLING en in een heg bij een huis langs de Vliet hoorden we een BRAAMSLUIPER. We moesten nu echt naar het bos omdat anders de zangactiviteit te veel zou zijn afgenomen. Onderweg naar kasteel Duivenvoorde zagen we boven de Starrevaart nog een vrouwtje BRUINE KIEKENDIEF. De bossen rondom kasteel Duivenvoorde waren verrassend. We stonden bij het hek aan de noordzijde en hoorden meteen al een GROENE SPECHT roepen en zagen een TORENVALK boven een weitje vliegen. De bossen hebben een parkachtig landschap. Er staan ook veel groenblijvende bomen (hulst en taxus) en er is water. Er waren hier veel vogels waaronder halsbandparkieten, die hier wel zullen broeden. Nieuwe soorten waren IJSVOGEL, BOOMVALK, BOOMKLEVER, BOOMKRUIPER en verrassend GOUDHAAN. Toen we weer bij het hek kwamen waar onze fietsen stonden vlogen boven ons hoofd drie boomvalken, drie BUIZERDS en een SPERWER. ?Wat missen we nog echt? De roodstaarten, tapuiten, piepers, bosrietzanger, spotvogel, matkop en glanskop, havik, ringmus, kneu, putter, goudvink en de vliegenvangers?. De elzenbossen langs het spoor in de Duivenvoordse en Veenzijdse polder schijnen een bekende broedplek voor matkop te zijn volgens het oude boek ?Randstad en broedvogels?. Daar maar kijken. Het bleken mooie bossen te zijn. Maar zoals gebruikelijk met elzenbossen was de soortenrijkdom echter niet erg hoog. Zanglijster, roodborst, pimpelmees, koolmees en?MATKOP. Er vloog hier ook nog een IJsvogel voorbij en in de polder zaten nog twee kolganzen. We hadden hier nog gehoopt op een havik maar die hebben we helaas niet gezien. De havik is begin mei een lastige soort. Ze zijn dan erg stil en het vrouwtje zit dan op het nest. Dat we hem niet gezien hebben wil dus niet zeggen dat hij hier niet zit. Op de boerderij tegenover het station van Voorschoten zit een huiszwaluwkolonie. HUISZWALUW op de lijst, daarna teruggefietst naar begraafplaats Rosenburg in de hoop op putter en goudvink, helaas. Doorgefietst naar de Wilgenlaan. Dit laantje kan nog grauwe vliegenvanger, bonte vliegenvanger, spotvogel, een roodstaart, of een putter opleveren. Vandaag was het bagger. Snel doorgefietst naar het spannende braakliggende stukje van de wijk in aanleg Starrenburg II. Eindelijk weer wat nieuws: KNEU. Er scharrelden hier ook nog wat tureluurs, kieviten, scholeksters en een kleine plevier rond. Op naar de Starrevaart voor de steltlopers. ?Op hoeveel zitten we? 82 soorten, 12.45 uur we moeten opschieten en we zitten nog veel te laag als we de honderd nog willen halen?. Snel terug naar de Starrevaart. Toen we er aankwamen vloog er vlak voor ons een kemphaan, nee het was geen kemphaan maar een ZILVERPLEVIER bijna in zomerkleed! Een WATERRAL riep achter de uitkijktoren. We werden door een man op het bankje op een DWERGMEEUW attent gemaakt, dat was een meevaller. Ver weg boven Duivenvoorde vlogen 3 OOIEVAARS op thermiek, helaas geen zwarte ooievaar ertussen. Op de plas naast de hut zaten nog een paar (ROSSE STEKELSTAARTEN). We besloten voor het overzicht nog even in de hut te gaan zitten waarna we nog naar het Buytenpark zouden gaan. Er was nog een bontbekplevier gezien maar wij konden het beest maar niet vinden. Wel zagen we er nog een wel heel vreemde kruising. Er zwom een mannetjeseend rond die vreemd genoeg leek op een KRUISING van een kuifeend x krooneend. Het beest had een kop die wel een kroon leek te hebben als de krooneend, alleen was deze kroon paarsachtig van kleur en leek de achterkruin een beetje hoekig. De snavel van het beest was oranje/rood van kleur met een zwarte nagel. De rug vertoonde nog wel iets bruinigs maar was voor het overgrote deel erg donker van kleur. Nog vreemder was dat het dier gepaard leek te zijn met een vrouwtje tafeleend. Starrevaart liet het vandaag afweten. De vraag was waar we dan nog aan die 14 soorten konden komen om de honderd nog te halen. Onze enige kans lag in het Buytenpark met de omringende polder. Het was inmiddels 14.30 uur dus we moesten opschieten. In de polder meenden we allebei even een graspieper te horen maar het was te kort en te onbeduidend om er zeker van te zijn. Verder was de polder vrij leeg, in ieder geval geen nieuwe soorten. We hadden hier stiekem nog op veldleeuwerik, graspieper, gele kwikstaart en patrijs gehoopt maar er zat niks nieuws. Soms is het dijkje langs het plasje bij Buytenpark nog goed voor wat steltlopers maar vandaag stonden er vissers met een tent. Toch vloog hier nog onze laatste soort van de dag voorbij, een GROENPOOTRUITER. Op Buytenpark bleken de beflijsters al verdwenen te zijn en zaten er helaas ook geen paapjes of tapuiten. Er was ook geen trek waar te nemen. Het was inmiddels 15.30 uur geworden en we moesten echt terug naar de Starrevaart. Daar hielden we het om 16.00 uur voor gezien. Daarna ben ik nog naar de Westeindsche polder gefietst om te zien of ik daar toch nog wat leuke soorten kon zien. Weliswaar buiten de tijd maar ik was wel benieuwd wat we daar nou gemist hadden. Hier zaten de ganzen te fourageren, grauwe gans, canadese gans, indische gans er zaten wat slobeenden en kuifeenden, wat tureluurs, grutto?s maar geen patrijs, geen veldleeuwerik en geen kemphaan. Ik vermoed dat veldleeuwerik is uitgestorven in deze regio. Een aantal jaar geleden zag ik hier nog zo?n 3 paar nu zag ik er geen een meer. De verrassing van de dag was echter een adulte SLECHTVALK die vrij laag overvloog en zich prachtig liet zien. Hij cirkelde een paar rondjes boven Vlietland en ik kon hem volgen tot ver boven Voorschoten. Een slechtvalk in mei zou op een broedgeval kunnen duiden, dus houdt alstublieft alle hoge gebouwen en hoogspanningsmasten in de gaten. Daarna zag ik nog op drie plaatsen putters?.in Stompwijk, bij de Starrevaart.. op de plek waar we er ?s ochtends ook al een meende te zien en in Voorschoten bij het station. Samengevat: Redelijke dag, geen grote bijzonderheden, wel op drie plekken ijsvogel. Goed weer om te fietsen maar blijkbaar niet voor de vogeltrek, 87 soorten in 10 uur tijd, 9 exoten en een vreemde kruisingeend. 2 deelnemers in totaal, dus gewonnen! en een te breken streefgetal voor volgend jaar. Grote missers: putter, pijlstaart, witgatje, bosruiter, bontbekplevier, kemphaan, zomertortel, graspieper, gele kwikstaart, ringmus, zwarte roodstaart, gekraagde roodstaart, tapuit, paapje, veldleeuwerik, spotvogel, bosrietzanger en grauwe vliegenvanger. En nou allemaal komen volgend jaar dan hebben we tenminste een team waar we discussie mee kunnen hebben, bijvoorbeeld over die putter?
Exoten/uit gevangenschap:
Na 16.00 uur:
|