Home
English
Introductie
Nieuws
Logboek
Ringen
Avifauna
Excursie
Kalender
Rapporten
Tellen
Pers
Politiek
Beheer
Gastboek
Links


Broedvogels in de Vogelplas Starrevaart in 1999

Sjaak Schilperoort

1 januari 2000



De grauwe gans is flink in opmars als broedvogel - foto ? 1999 Niko Metaal


Samenvatting

Het broedseizoen 1999 gaf een forse toename in het aantal broedparen te zien, van 726 naar 975 paar. Dit komt voor 64% door de toename van visdief, kokmeeuw en meerkoet, en in mindere mate door de toename van grauwe gans, eenden en huismus. Enkele kritische rietsoorten als snor, sprinkhaanzanger, grote karekiet en baardmannetje hebben het helemaal laten afweten.

De highlights van 1999 waren 19 paar geoorde futen (maar met een zeer laag broedsucces), 1 zwartkopmeeuw met jong op de slikplaat, 2 paar bruine kiekendieven waarvan 1 succesvol en 2 paar blauwborsten. Na het droogvallen van het slik waren er nog late vestigingen van porseleinhoen, kluut, visdief en kleine plevier.

De aantallen van alle broedvogels zijn per soort weergegeven in tabel 1. De stand van de vaste schaarse broedvogels, de belangrijkste graadmeter voor het succes van de Vogelplas Starrevaart als vervangend broedgebied, is weergegeven in figuur 1.

Telmethode

De Vogelplas Starrevaart is in 1999 voor het twaalfde opeenvolgende jaar op broedvogels ge?ventariseerd volgens de BMP-methode van het SOVON, een soort territoriumkartering. De tellingen zijn door Sjaak Schilperoort verricht. Eenmaal is, zoals ieder jaar, met een recorder naar rallen gezocht. Aanvullende informatie is afkomstig van Guido Aijkens, Rob Tolk en Danny Laponder.

De inventarisatie omvat de Vogelplas Starrevaart zelf, de randbebouwing langs de Vliet en de bosaanplant van Staatsbosbeheer (SBB) ten zuiden van de Vogelplas. De begrenzing wordt gevormd door de Kniplaan, de Vliet, Rijksweg A4 en de zuidelijke begrenzing van de bosaanplant, doorgetrokken tot aan de Vliet. Dit hele gebied is qua oppervlakte en samenstelling goed vergelijkbaar met de Meeslouwerpolder destijds.

Broedvogelstand

In de tabel hieronder is het aantal broedparen van 1999 weergegeven, samen met de broedresultaten van de vorige twee jaren.

Tabel 1: broedvogelaantallen in de Vogelplas Starrevaart 1997 t/m 1999. De vaste schaarse broedvogelsoorten zijn cursief weergegeven.
Broedvogels Vogelplas Starrevaart
  '97 '98 '99   '97 '98 '99
dodaars 4 1 - boerenzwaluw 13 13 11
fuut 15 12 15 huiszwaluw 1 - -
geoorde fuut 8 16 19 witte kwikstaart 2 3 1
knobbelzwaan 3 6 4 winterkoning 4 14 19
grauwe gans 8 16 31 heggenmus 5 5 6
nijlgans 7 5 12 roodborst 5 6 7
bergeend 1 1 6 blauwborst - 2 2
smient 1 1 3 merel 11 16 16
krakeend 17 10 22 zanglijster - - 3
wintertaling - 2 3 sprinkhaanzanger - 2 -
wilde eend 56 53 66 snor 2 - -
zomertaling 3 3 3 rietzanger 21 25 25
slobeend 11 24 28 bosrietzanger 7 9 11
krooneend - 1 - grote karekiet - 1 -
tafeleend 19 25 23 kleine karekiet 44 60 63
kuifeend 33 32 35 spotvogel - 1 -
rosse stekelstaart - 1 2 braamsluiper - 1 1
bruine kiekendief - 1 2 grasmus 1 1 1
sperwer 1 1 1 tuinfluiter 14 10 16
buizerd 1 1 1 zwartkop 6 8 7
torenvalk 1 - - tjiftjaf 6 9 4
fazant 16 12 17 fitis 31 29 29
waterral 3 - 1 baardmannetje - 1 -
porseleinhoen 1 - 1 staartmees 2 2 1
waterhoen 18 21 22 pimpelmees 4 7 10
meerkoet 61 33 63 koolmees 8 8 8
scholekster 7 4 1 gaai 2 2 2
kluut - 1 4 ekster 5 4 5
kleine plevier 1 - 2 kauw 6 1 1
kievit 17 10 3 zwarte kraai 4 3 4
tureluur 4 2 - spreeuw 24 22 19
kokmeeuw 185 110 185 huismus 10 12 24
stormmeeuw 4 2 3 vink 1 1 -
kleine mantelmeeuw - - 2 groenling 1 1 1
zwartkopmeeuw - - 1 putter 1 1 1
visdief - 10 64 kneu 2 - -
houtduif 18 12 13 rietgors 11 14 17
turkse tortel 2 1 1        
koekoek 2 2 1 aantal soorten 62 66 64
ransuil 1 - - totaal aantal paren 783 726 975

De fuut handhaaft zich op een peil van 15 broedparen, terwijl de geoorde fuut van 16 naar 19 broedpaar is gestegen. Het broedsucces van de geoorde fuut was in 1999 bijzonder laag. Slechts enkele jongen zijn groot geworden. Mogelijk komt dit door de stand van de snoek. Dat de snoek in ruime mate voorkomt werd duidelijk in augustus, toen tijdens een uitbraak van botulisme 5 snoeken van zo'n 90 cm werden geraapt. De dodaars is op de Vogelplas Starrevaart niet meer als broedvogel aangetroffen.

De grauwe gans nam fors in aantal toe. De stand verdubbelt zich jaarlijks, tot 31 broedparen in 1999. Het broedsucces is daarbij hoog, zodat rond de zomer zo'n 200 grauwe ganzen op de plas te vinden waren. Bij de eenden zijn er niet veel verrassingen. De krakeend is als altijd lastig te tellen, omdat de soort ook in grote getale overzomert in het gebied. Ook bij de slobeend treedt dit op. De rosse stekelstaart heeft dit jaar met 2 paar gebroed. Beide paren hebben ook jongen gekregen, maar deze zijn niet groot geworden.


3-6-1999: paartje Rosse Stekelstaarten met pulli
(Foto ? Ab van der Burg)

De bruine kiekendief was met 2 paar present. De vogels broedden vlak bij elkaar in de buurt, de vrouwtjes waren vaak aan het bakkeleien. Uiteindelijk heeft slechts 1 van de paren ook 3 jongen grootgebracht. Er was weer een heel laat broedgeval van de sperwer in de zuidelijke bosaanplant. De buizerd was weer het hele broedseizoen present, zonder dat een nest werd gevonden.

De waterral heeft met slechts 1 paar gebroed. Toen in juli-augustus het slik droogviel heeft zich nog een porseleinhoen gevestigd. Ook de kluut, kleine plevier en visdief wisten van de gunstige omstandigheden te profiteren en brachten alle nog jongen groot. De kolonie kokmeeuwen was net als twee jaar terug 185 paar groot, met daartussen enkele stormmeeuwen, kleine mantelmeeuwen en 1 paar zwartkopmeeuwen. Op 7 en 9 juli is de zwartkopmeeuw ook met een jong gezien.

De ontwikkelingen bij de zangvogels zijn weinig spectaculair. In 1999 werden geen sprinkhaanzanger, snor of grote karekiet aangetroffen. Ook het baardmannetje ontbrak. Wel broedden weer 2 blauwborsten in het riet. De rietgors neemt nog steeds in aantal toe.

De bosaanplant ten zuiden van de plas ontwikkelt zich nog steeds. Voor het eerst broedde in 1999 daar ook de zanglijster. De roodborst neemt daar nog steeds in aantal toe, evenals de pimpelmees. De winterkoning bereikt na enkele zachte winters een recordaantal van 19 paar.


3-7-1999: jonge boerenzwaluw

Vaste schaarse broedvogels

Figuur 1 geeft de ontwikkeling weer van het totaal aantal paren vaste schaarse broedvogels voor de Meeslouwerpolder en de Vogelplas Starrevaart. De vaste schaarse broedvogels zijn gedefinieerd als de soorten die voor 1985 in de Meeslouwerpolder jaarlijks of vrijwel jaarlijks tot broeden kwamen, en die in Zuid- en Noord-Holland tot de vrij schaarse (minder dan 1.000 broedparen) tot zeer schaarse (minder dan 10 broedparen) broedvogels behoren (zie ook notitie Bancken). Deze vaste schaarse broedvogels zijn dodaars, roerdomp, krakeend, zomertaling, wintertaling, tafeleend, bruine kiekendief, torenvalk, waterral, porseleinhoen, engelse gele kwikstaart, sprinkhaanzanger, snor, grote karekiet, braamsluiper en baardmannetje, 16 soorten in totaal. De Vogelplas Starrevaart is aangelegd voor behoud van de riet- en moerasvogels. Onderstaande figuur is derhalve betrokken op genoemde soorten, met uitzondering van torenvalk, engelse gele kwikstaart en braamsluiper.


Figuur 1. Totaal aantal vaste schaarse broedparen in de Meeslouwerpolder en de Vogelplas Starrevaart.

In de figuur is met verticale lijnen het tijdstip gemarkeerd waarop de Meeslouwerpolder onder water is gezet en het tijdstip waarop de Vogelplas is voltooid. Aangegeven is de gemiddelde stand van de vaste schaarse broedvogels van de Meeslouwerpolder in de jaren voor het onder water zetten van het gebied (1981 t/m 1983), te weten 71 paren. Deze stand vormt de norm voor de Vogelplas Starrevaart.

De stand van de vaste schaarse broedvogels verandert weinig. Zowel het aantal soorten als het aantal broedparen blijft vrijwel gelijk. Het aantal paren wordt vooral door de stand van de krakeend en tafeleend bepaald (45 van de 55 paren). Enkele kritische moerassoorten krijgen nog steeds moeilijk voet aan de grond. Het betreft hier roerdomp, grote karekiet, snor en baardmannetje. Wat hierbij een rol speelt is dat op de Vogelplas Starrevaart het natte rietveld zich maar zeer moeizaam ontwikkelt. Het totale rietoppervlak blijft daardoor klein, en bovendien betreft dit vooral droog rietveld.

Vlietland

In Vlietland wordt geen integrale broedvogeltelling gehouden. Guido Aijkens telt de roofvogels, verder zijn er losse waarnemingen. De Bruine kiekendief heeft 3 jongen grootgebracht in de Meeslouwerpolder. Van de Sperwer zijn 4 nesten gevonden. Langs de Kniplaan broeden onder meer 1 Dodaars, 1 Grasmus, 1 Kluut en 1 Bergeend.

Dankwoord

Dank gaat uit naar Guido Aijkens, Rob Tolk en Danny Laponder voor de aanvullende informatie over de broedvogels, naar Niko Metaal en Ab van der Burg voor het ter beschikking stellen van fotomateriaal en naar Wim ter Keurs voor het kritisch doorlezen van een eerdere versie van dit rapport.


Copyright ? 1999 VWG Vlietland